Dutch
Detailed Translations for afwezig from Dutch to Spanish
afwezig:
-
afwezig (gedachteloos; absent)
ausente; despistado; inconsciente; distraído; alocado; abstraído-
ausente adj
-
despistado adj
-
inconsciente adj
-
distraído adj
-
alocado adj
-
abstraído adj
-
Translation Matrix for afwezig:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
abstraído | absent; afwezig; gedachteloos | |
alocado | absent; afwezig; gedachteloos | |
ausente | absent; afwezig; gedachteloos | verhinderd |
despistado | absent; afwezig; gedachteloos | |
distraído | absent; afwezig; gedachteloos | nalatig; nonchalant; onaandachtig; onachtzaam; ongeconcentreerd; onoplettend; verspreid; verstrooid |
inconsciente | absent; afwezig; gedachteloos | achteloos; bedwelmd; bewusteloos; gedachteloos; halfdood; incapabel; lichtzinnig; onbedacht; onbedachtzaam; onbekend met; onberaden; onbesuisd; ondoordacht; onkundig; onnadenkend; ontoerekeningsvatbaar; onverantwoord; onvoorzichtig; onwillekeurig; overhaast; overijld; roekeloos; voorbarig; werktuiglijk; zonder erbij na te denken |
Related Words for "afwezig":
Antonyms for "afwezig":
Related Definitions for "afwezig":
Wiktionary Translations for afwezig:
afwezig
Cross Translation:
adjective
-
niet op een bepaald tijdstip en plaats zijn
- afwezig → ausente
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• afwezig | → ausente | ↔ absent — being away from a place |
• afwezig | → ausente | ↔ absent — not existing |
• afwezig | → ausente; distraído | ↔ absent — inattentive |
• afwezig | → ausente | ↔ abwesend — nicht gegenwärtig sein, nicht präsent sein, zu einem bestimmten Zeitpunkt oder in einem bestimmten Zeitraum fehlend |
• afwezig | → ausente | ↔ absent — Qui n’est pas là où on l’attend. |