Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- beschaamdheid:
- beschaamd:
-
Wiktionary:
- beschaamd → vergonzoso, avergonzado
- beschaamd → avergonzado, apenado, abochornado
Dutch
Detailed Translations for beschaamdheid from Dutch to Spanish
beschaamdheid:
-
de beschaamdheid (schaamte; schaamtegevoel)
Translation Matrix for beschaamdheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
pudor | beschaamdheid; schaamte; schaamtegevoel | kuisheid; onbevlektheid; onbezoedeldheid; onschuldigheid; reinheid; zedigheid |
vergüenza | beschaamdheid; schaamte; schaamtegevoel | deemoediging; degradatie; schandaal; terugzetting; verlaging; vernedering |
Related Words for "beschaamdheid":
beschaamd:
-
beschaamd
Translation Matrix for beschaamd:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
avergonzado | beschaamd | |
vergonzoso | beschaamd | amoreel; beschamend; eerloos; immoreel; infaam; oneerbaar; ontaard; onzedelijk; onzedig; schandaleus; zedeloos |
Related Words for "beschaamd":
Wiktionary Translations for beschaamd:
beschaamd
Cross Translation:
adjective
-
vol met de neiging zich te verbergen voor anderen
- beschaamd → vergonzoso; avergonzado
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• beschaamd | → avergonzado | ↔ abashed — embarrassed |
• beschaamd | → apenado; abochornado; avergonzado | ↔ ashamed — feeling shame or guilt |