Dutch
Detailed Translations for bestempelen from Dutch to Spanish
bestempelen:
-
bestempelen (bekrachtigen; certificeren; waarmerken; merken)
acreditar; ratificar; observar; señalar; ver; sellar; percatarse de; precintar; rubricar; pegar un sello-
acreditar verbe
-
ratificar verbe
-
observar verbe
-
señalar verbe
-
ver verbe
-
sellar verbe
-
percatarse de verbe
-
precintar verbe
-
rubricar verbe
-
pegar un sello verbe
-
-
bestempelen (betitelen; benoemen)
llamar; nombrar; nombrar como; calificar; mencionar; titular; designar; calificar de; poner el nombre de-
llamar verbe
-
nombrar verbe
-
nombrar como verbe
-
calificar verbe
-
mencionar verbe
-
titular verbe
-
designar verbe
-
calificar de verbe
-
poner el nombre de verbe
-
Conjugations for bestempelen:
o.t.t.
- bestempel
- bestempelt
- bestempelt
- bestempelen
- bestempelen
- bestempelen
o.v.t.
- bestempelde
- bestempelde
- bestempelde
- bestempelden
- bestempelden
- bestempelden
v.t.t.
- heb bestempeld
- hebt bestempeld
- heeft bestempeld
- hebben bestempeld
- hebben bestempeld
- hebben bestempeld
v.v.t.
- had bestempeld
- had bestempeld
- had bestempeld
- hadden bestempeld
- hadden bestempeld
- hadden bestempeld
o.t.t.t.
- zal bestempelen
- zult bestempelen
- zal bestempelen
- zullen bestempelen
- zullen bestempelen
- zullen bestempelen
o.v.t.t.
- zou bestempelen
- zou bestempelen
- zou bestempelen
- zouden bestempelen
- zouden bestempelen
- zouden bestempelen
diversen
- bestempel!
- bestempelt!
- bestempeld
- bestempelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bestempelen:
Wiktionary Translations for bestempelen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bestempelen | → rotular | ↔ label — give a label to in order to categorise |