Dutch
Detailed Translations for bewerken from Dutch to Spanish
bewerken:
-
bewerken (herschrijven)
reescribir-
reescribir verbe
-
-
bewerken (tekst redigeren)
redactar; transcribir; dirigir la redacción-
redactar verbe
-
transcribir verbe
-
dirigir la redacción verbe
-
-
bewerken
-
bewerken
Conjugations for bewerken:
o.t.t.
- bewerk
- bewerkt
- bewerkt
- bewerken
- bewerken
- bewerken
o.v.t.
- bewerkte
- bewerkte
- bewerkte
- bewerkten
- bewerkten
- bewerkten
v.t.t.
- heb bewerkt
- hebt bewerkt
- heeft bewerkt
- hebben bewerkt
- hebben bewerkt
- hebben bewerkt
v.v.t.
- had bewerkt
- had bewerkt
- had bewerkt
- hadden bewerkt
- hadden bewerkt
- hadden bewerkt
o.t.t.t.
- zal bewerken
- zult bewerken
- zal bewerken
- zullen bewerken
- zullen bewerken
- zullen bewerken
o.v.t.t.
- zou bewerken
- zou bewerken
- zou bewerken
- zouden bewerken
- zouden bewerken
- zouden bewerken
diversen
- bewerk!
- bewerkt!
- bewerkt
- bewerkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bewerken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
editar | publiceren; uitgeven | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
dirigir la redacción | bewerken; tekst redigeren | |
modificar | bewerken | afwisselen; amenderen; fiksen; goedmaken; hernieuwen; herstellen; herzien; maken; modificeren; omwerken; opnieuw doen; overdoen; rechtzetten; repareren; veranderen; verbouwen; vertimmeren; verwisselen; wijzigen |
redactar | bewerken; tekst redigeren | formuleren; fraseren; in een formule brengen; inkleden; verbaliseren; verwoorden |
reescribir | bewerken; herschrijven | terugschrijven |
transcribir | bewerken; tekst redigeren | deponeren; geld overmaken; overboeken; overschrijven; overzenden; storten |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
editar | bewerken |