Dutch
Detailed Translations for bezwaarden from Dutch to Spanish
bezwaren:
-
bezwaren (bezwaar aantekenen; bezwaar maken)
hacer objeciones contra; oponerse a; objetar contra; pesar sobre-
hacer objeciones contra verbe
-
oponerse a verbe
-
objetar contra verbe
-
pesar sobre verbe
-
-
bezwaren (verzwaren; zwaarder maken; gewicht toevoegen)
hacer más pesado; aumentar; reforzar; aumentar la carga-
hacer más pesado verbe
-
aumentar verbe
-
reforzar verbe
-
aumentar la carga verbe
-
Conjugations for bezwaren:
o.t.t.
- bezwaar
- bezwaart
- bezwaart
- bezwaren
- bezwaren
- bezwaren
o.v.t.
- bezwaarde
- bezwaarde
- bezwaarde
- bezwaarden
- bezwaarden
- bezwaarden
v.t.t.
- heb bezwaard
- hebt bezwaard
- heeft bezwaard
- hebben bezwaard
- hebben bezwaard
- hebben bezwaard
v.v.t.
- had bezwaard
- had bezwaard
- had bezwaard
- hadden bezwaard
- hadden bezwaard
- hadden bezwaard
o.t.t.t.
- zal bezwaren
- zult bezwaren
- zal bezwaren
- zullen bezwaren
- zullen bezwaren
- zullen bezwaren
o.v.t.t.
- zou bezwaren
- zou bezwaren
- zou bezwaren
- zouden bezwaren
- zouden bezwaren
- zouden bezwaren
diversen
- bezwaar!
- bezwaart!
- bezwaard
- bezwarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bezwaren:
Related Words for "bezwaren":
External Machine Translations: