Dutch

Detailed Translations for bruikbare from Dutch to Spanish

bruikbare:


Translation Matrix for bruikbare:

NounRelated TranslationsOther Translations
meritorio volontair; volontaire
ModifierRelated TranslationsOther Translations
aprovechable bruikbare
aprovechado bruikbare adrem; behendig; bekwaam; bijdehand; clever; gevat; handig; kien; kundig; pienter; raak; schrander; slim; snedig; snugger; uitgeslapen; vaardig
de fácil manejo bruikbare handzaam
diestro bruikbare adrem; bedreven; behendig; bekwaam; bijdehand; briljant; geoefend; gepolijst; geslepen; gevat; gladgemaakt; gladgeslepen; handig; handzaam; ingenieus; knap; kundig; kunstig; raak; rechts; rechtshandig; snedig; vaardig; vindingrijk
digno de mérito bruikbare
ducho bruikbare achterbaks; bedreven; bekwaam; briljant; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geoefend; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; gluiperig; ingenieus; knap; kundig; kunstig; leep; listig; scherpzinnig; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; stiekem; uitgekookt; uitgeslapen; vaardig; vindingrijk; volleerd
factible bruikbare doenlijk; haalbaar; maakbaar; realiseerbaar; te doen; uitvoerbaar; verwezenlijkbaar
habilidoso bruikbare arglistig; bedreven; behendig; bekwaam; briljant; doortrapt; geoefend; gepolijst; geraffineerd; geslepen; gevat; gladgemaakt; gladgeslepen; handig; ingenieus; knap; kundig; kunstig; leep; link; listig; scherpzinnig; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; uitgeslapen; vaardig; vindingrijk
hábil bruikbare aantrekkelijke; achterbaks; arglistig; bedreven; bekwaam; briljant; doortrapt; fysiek in staat; gehaaid; gemeen; geniepig; geoefend; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; in staat; ingenieus; knap; kundig; kunstig; leep; link; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; vaardig; vindingrijk
inapreciable bruikbare onbetaalbaar; onschatbaar
inestimable bruikbare onbetaalbaar; onschatbaar
manejable bruikbare buigzaam; eenvoudig te bedienen; flexibel; gedwee; gemakkelijk te hanteren; gewillig; handelbaar; handig; handzaam; hanteerbaar; inschikkelijk; kneedbaar; makkelijk in het gebruik; meegaand; nuttig; plooibaar; soepel; toegeeflijk; toegevend; vormbaar; vouwbaar; wendbaar
mañoso bruikbare arglistig; bedreven; behendig; bekwaam; clever; doortrapt; geoefend; gepolijst; geraffineerd; geslepen; gevat; gladgemaakt; gladgeslepen; handig; kien; kundig; leep; link; listig; pienter; scherpzinnig; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snugger; uitgeslapen; vaardig
meritorio bruikbare verdienstelijk
servible bruikbare bruikbaar; handig; inzetbaar; nuttig; werkbaar
utilizable bruikbare bruikbaar; handig; inzetbaar; nuttig; operationeel; werkbaar
valioso bruikbare kostbaar; waardevol
viable bruikbare bestaanbaar; denkbaar; doenlijk; levensvatbaar; mogelijk; uitvoerbaar; voorstelbaar
útil bruikbare bruikbaar; handig; inzetbaar; nuttig; werkbaar

Related Words for "bruikbare":


bruikbare form of bruikbaar:


Translation Matrix for bruikbaar:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
fecundo bruikbaar; nuttig; praktisch; voordelig
fructífero bruikbaar; nuttig; praktisch; voordelig vruchtdragend
fértil bruikbaar; nuttig; praktisch; voordelig corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
lucrativo bruikbaar; nuttig; praktisch; voordelig corpulent; de moeite waard; dik; gezet; lijvig; lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend; zwaarlijvig
rentable bruikbaar; nuttig; praktisch; voordelig de moeite waard; lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend
servible bruikbaar; handig; inzetbaar; nuttig; werkbaar bruikbare
utilizable bruikbaar; handig; inzetbaar; nuttig; werkbaar bruikbare; operationeel
útil bruikbaar; handig; inzetbaar; nuttig; werkbaar bruikbare; handig; nuttig

Related Words for "bruikbaar":


Wiktionary Translations for bruikbaar:


Cross Translation:
FromToVia
bruikbaar útil useful — having a practical or beneficial use
bruikbaar acomodado; adecuado; útil; utilizable; oportuno; cómodo; conveniente; decente convenable — Qui est approprier, qui convient à quelqu’un ou à quelque chose.
bruikbaar acomodado; adecuado; útil; utilizable propice — Qui est favorable, en parlant de divinité, toute puissance, ou autorité dont nous pouvoir dépendre.