Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. dageraad:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for dageraad from Dutch to Spanish

dageraad:

dageraad [de ~ (m)] nom

  1. de dageraad (aanbreken van de dag; zonsopgang; ochtendstond; ochtendgloren; morgenschemering)
    la aurora; el amanecer; la alborada

Translation Matrix for dageraad:

NounRelated TranslationsOther Translations
alborada aanbreken van de dag; dageraad; morgenschemering; ochtendgloren; ochtendstond; zonsopgang aubade
amanecer aanbreken van de dag; dageraad; morgenschemering; ochtendgloren; ochtendstond; zonsopgang aanbreken van de dag; morgenstond; vroege ochtenduren
aurora aanbreken van de dag; dageraad; morgenschemering; ochtendgloren; ochtendstond; zonsopgang 't aanbreken v.d. dag
VerbRelated TranslationsOther Translations
amanecer aanbreken van de dag; aanmanen; aanmanen tot een verplichting; aanrekenen; aansteken; aanstrijken; aanwrijven; afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; berispen; beschuldigen; blameren; dagen; doen ontvlammen; flikkeren; fonkelen; gispen; glanzen; gloren; iemand iets verwijten; krieken; kwalijk nemen; laken; licht worden; lichten; lichter worden van kleur; manen; nadragen; neppen; omlijnen; omranden; oplichten; schijnen; sommeren; sprankelen; stralen; twinkelen; verhuizen; verkassen; verneuken; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden

Wiktionary Translations for dageraad:

dageraad
noun
  1. het aanbreken van de dag

Cross Translation:
FromToVia
dageraad amanecer daybreak — dawn
dageraad alba; madrugada aube — moment où la lumière du soleil levant commence à blanchir