Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. deficiënt:


Dutch

Detailed Translations for deficiënt from Dutch to Spanish

deficiënt:

deficiënt adj

  1. deficiënt

Translation Matrix for deficiënt:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
deficiente deficiënt arm; dor; gebrekkig; incompleet; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; onvolledig; onvolwaardig; schraal; slecht; tweederangs; waardeloos; zwak

Related Words for "deficiënt":

  • deficiënte