Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. demon:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for demon from Dutch to Spanish

demon:

demon [de ~ (m)] nom

  1. de demon (duivel; satan; kwaad)
    el diablo; la maldad; el Satán; el demonio; el mal

Translation Matrix for demon:

NounRelated TranslationsOther Translations
Satán demon; duivel; kwaad; satan boosaardig wezen; kwelduivel
demonio demon; duivel; kwaad; satan boosaardig wezen; kwelduivel
diablo demon; duivel; kwaad; satan bliksem; bliksemflits; bliksemschicht; bliksemslag; boosaardig wezen; flits; kwelduivel
mal demon; duivel; kwaad; satan bezwaar; grief; het klagen; klacht; kwaal; ongemak; ongerief; slepende ziekte; stoornis
maldad demon; duivel; kwaad; satan doortraptheid; gemeenheid; gewiekstheid; giftigheid; gladheid; gramschap; listigheid; schurkachtigheid; slinksheid; sluwheid; snoodheid; venijn; venijnigheid; verbolgenheid; virulentie
ModifierRelated TranslationsOther Translations
mal aan een ziekte lijdend; averechts; boos; furieus; gemeen; kwaad; kwaadwillig; met slechte intentie; min; misselijk; naar; nijdig; onpasselijk; onwel; razend; satanisch; scheefgegroeid; slecht; spinnijdig; toornig; vals; verkeerd; vertoornd; woest; ziedend; ziek

Related Words for "demon":


Wiktionary Translations for demon:

demon
noun
  1. religie|nld een boze geest of gevallen engel of ander bovennatuurlijk wezen

Cross Translation:
FromToVia
demon demonio demon — evil spirit
demon demonio; diablo Schaitan — teuflisches, dämonisches Wesen