Noun | Related Translations | Other Translations |
controlar
|
|
controleren
|
rastrear
|
|
dreggen
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
analizar
|
doorvorsen
|
analyseren; anatomiseren; controleren; nagaan; nakijken; ontleden; parseren; uit elkaar nemen
|
averiguar
|
doorvorsen
|
checken; controleren; informeren; inwinnen; nagaan; nakijken; naspeuren; nasporen; natrekken; navraag doen; navragen; onderzoeken; ontraadselen; ontrafelen; ontwarren; trachten te krijgen; uitpluizen; uitrafelen; uitvezelen; uitvinden; uitzoeken; verifiëren
|
columbrar
|
doorvorsen
|
|
comprobar
|
doorvorsen
|
aantonen; afwegen; bepalen; beproeven; bewijzen; checken; constateren; controleren; determineren; diepte bepalen; examineren; inschatten; kalibreren; keuren; meten; nagaan; nakijken; narekenen; naspeuren; nasporen; natellen; natrekken; onderzoeken; opmeten; overhoren; peilen; schatten; staven; testen; toetsen; vaststellen; verifieren; verifiëren; zekerstellen
|
controlar
|
doorvorsen
|
bedaren; bedwingen; beheersen; bekijken; beproeven; beteugelen; bewaken; bezichtigen; controleren; in de gaten houden; in het oog houden; inspecteren; intomen; keuren; leerstof beheersen; matigen; nagaan; nakijken; naspeuren; nasporen; onder de knie hebben; onderzoeken; opletten; surveilleren; testen; toezicht houden; toezien
|
descubrir
|
doorvorsen
|
achter komen; achterhalen; bemerken; bloot leggen; blootleggen; bouwklaar maken; fileren; naspeuring doen; ontbloten; ontginnen; onthullen; ontmaskeren; ontpoppen; openen; openstellen; opmerken; rechercheren; reveleren; snuffelen; speuren; te weten komen; toegankelijk maken; uitvinden; vrijgeven
|
divisar
|
doorvorsen
|
aanschouwen; bekijken; kijken; naspeuring doen; onderscheiden; ontwaren; opmerken; rechercheren; snuffelen; speuren; staren; turen; uit elkaar houden; uiteenhouden; zien
|
escudriñar
|
doorvorsen
|
|
examinar
|
doorvorsen
|
aankijken; aftasten; afwegen; bekijken; beproeven; beschouwen; bestuderen; bevoelen; bezichtigen; blikken; blikken werpen; controleren; examen afnemen; examineren; exploreren; gadeslaan; inspecteren; keuren; monsteren; monsters nemen; ondervragen; onderzoeken; overdenken; overhoren; overwegen; proberen; schouwen; speuren; testen; toeschouwen; toetsen; uithoren; uitproberen; uitvragen; verhoren; vorsen
|
explorar
|
doorvorsen
|
aftasten; afvoelen; bevoelen; onderzoeken; speuren; verkennen; vorsen
|
explorar a fondo
|
doorvorsen
|
onderzoeken; speuren; vorsen
|
indagar
|
doorvorsen
|
uitvorsen
|
investigar
|
doorvorsen
|
aftasten; bestuderen; bevoelen; examineren; exploreren; naspeuren; nasporen; navorsen; onderzoeken; ontraadselen; ontrafelen; ontwarren; overhoren; speuren; testen; toetsen; uitpluizen; uitrafelen; uitvezelen; uitzoeken; verkennen; vorsen
|
rastrear
|
doorvorsen
|
crawlen; dreggen; eggen; met een eg bewerken; naslaan; naspeuren; naspeuring doen; nasporen; neuzen; onderzoeken; opzoeken; rechercheren; snuffelen; speuren
|
reconocer
|
doorvorsen
|
afgeven; aftasten; beamen; beseffen; bevestigen; controleren; doorzien; een mening aanhangen; een mening zijn toegedaan; examineren; gunnen; herkennen; hernieuwen; identificeren; iets als lof zeggen; iets toekennen; inleveren; inspecteren; inzien; keuren; nageven; nieuw leven inblazen; onderkennen; onderschrijven; ondervragen; onderzoeken; overhandigen; overhoren; realiseren; restaureren; schouwen; staven; toebedelen; toekennen; toewijzen; uithoren; uitvragen; vereenzelvigen; verhoren; verkennen
|
seguir el rastro de
|
doorvorsen
|
naspeuring doen; rechercheren; snuffelen; speuren
|
verificar
|
doorvorsen
|
bekijken; beproeven; bezichtigen; checken; controleren; inspecteren; keuren; nagaan; narekenen; natellen; natrekken; onderzoeken; testen; verifiëren
|
vislumbrar
|
doorvorsen
|
aanschouwen; bekijken; kijken; onderscheiden; ontwaren; opmerken; staren; turen; zien
|
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
examinar
|
|
bladeren; browsen; zoeken
|