Dutch
Detailed Translations for elkaar zien from Dutch to Spanish
elkaar zien:
-
elkaar zien (elkaar ontmoeten; afspreken; treffen; samenkomen)
quedarse; encontrarse; reunirse; verse; juntarse-
quedarse verbe
-
encontrarse verbe
-
reunirse verbe
-
verse verbe
-
juntarse verbe
-
Conjugations for elkaar zien:
o.t.t.
- zien elkaar
- zien elkaar
- zien elkaar
o.v.t.
- zagen elkaar
- zagen elkaar
- zagen elkaar
v.t.t.
- hebben elkaar gezien
- hebben elkaar gezien
- hebben elkaar gezien
v.v.t.
- hadden elkaar gezien
- hadden elkaar gezien
- hadden elkaar gezien
o.t.t.t.
- zullen elkaar zien
- zullen elkaar zien
- zullen elkaar zien
o.v.t.t.
- zouden elkaar zien
- zouden elkaar zien
- zouden elkaar zien
diversen
- ziet elkaar!
- elkaar gezien
- elkaar ziend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for elkaar zien:
Noun | Related Translations | Other Translations |
reunirse | samenkomen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
encontrarse | afspreken; elkaar ontmoeten; elkaar zien; samenkomen; treffen | aantreffen; bij elkaar komen; bijeen komen; elkaar ontmoeten; ergens verkeren; gelegen zijn; liggen; ontdekken; ontmoeten; samenkomen; tegenkomen; treffen; uithangen; verkeren; verzamelen; vinden; zich bevinden; zijn |
juntarse | afspreken; elkaar ontmoeten; elkaar zien; samenkomen; treffen | bij elkaar komen; bijeen komen; elkaar ontmoeten; samenkomen; samenstromen; scharen; verzamelen |
quedarse | afspreken; elkaar ontmoeten; elkaar zien; samenkomen; treffen | elkaar ontmoeten |
reunirse | afspreken; elkaar ontmoeten; elkaar zien; samenkomen; treffen | bij elkaar komen; bijeen komen; bijeenkomen; elkaar ontmoeten; in bespreking zijn; samenkomen; vergaderen; verzamelen |
verse | afspreken; elkaar ontmoeten; elkaar zien; samenkomen; treffen |