Interglot - "enkel" translated from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

enkel:
- sólo; solamente; no más que; únicamente; de ida; exclusivamente; solo; singular; único
- tobillo; articulación del pie
Wiktionary:
- enkel → tobillo
- enkel → tobillo, sólo, puro, mero, solamente

Dutch

Detailed Translations for enkel from Dutch to Spanish

Noun	Related Translations	Other Translations
articulación del pie	enkel; voetgewricht
singular		enkelvoud
solo		alleenzang; solo; solodeel; solopartij; solospel; solozang
tobillo	enkel; voetgewricht
Adjective	Related Translations	Other Translations
-	paar
Adverb	Related Translations	Other Translations
-	slechts
Not Specified	Related Translations	Other Translations
-	maar
Modifier	Related Translations	Other Translations
de ida	enkel
exclusivamente	alleen; enig; enkel; exclusief; uitsluitend	louter
no más que	alleen maar; enkel; slechts
singular	enkel; enkelvoudig	afzonderlijk; alleenstaand; apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; gescheiden; karakteristiek; kenmerkend; losstaand; merkwaardig; niet gewend; ongemeen; ongewoon; op zich; op zichzelf staand; separaat; tekenend; typerend; typisch; uitzonderlijke; vreemd; vrijstaand; zonderling
solamente	alleen; alleen maar; enig; enkel; exclusief; slechts; uitsluitend	afgezonderd; desolaat; eenzaam; in quarantaine; vereenzaamd; verlaten
solo	enkel; enkelvoudig	afzonderlijk; alleenstaand; apart; een; eentje; gescheiden; losstaand; onafhankelijk; op zich; op zichzelf; op zichzelf staand; separaat; single; vereenzaamd; vrijstaand
sólo	alleen maar; enkel; enkelvoudig; slechts	afgezonderd; desolaat; eenzaam; louter; nog maar; vereenzaamd; verlaten
únicamente	alleen maar; enkel; enkelvoudig; slechts	louter
único	enkel; enkelvoudig	apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek

gewricht tussen been en voet¹
- hij heeft zijn enkel verstuikt bij het hardlopen¹
één stuks, niet samengesteld¹
- wil je een enkele of een dubbele boterham?¹
niet meer dan dat¹
- we hadden daar enkel regen¹
klein aantal¹
- we hebben enkele kinderen ondervraagd¹

enkel

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• enkel	→ tobillo	↔ ankle — joint between foot and leg
• enkel	→ sólo	↔ just — only, simply, merely
• enkel	→ tobillo	↔ Knöchel — vorspringender Knochen am Fußansatz
• enkel	→ tobillo	↔ cheville — Articulation.
• enkel	→ puro; mero	↔ pur — Qui est sans mélange.
• enkel	→ sólo; solamente	↔ seulement — Uniquement, rien que… (sens général)