Dutch

Detailed Translations for etappe from Dutch to Spanish

etappe:

etappe [de ~] nom

  1. de etappe (parcoursetappe)
    la etapa; el período; el momento; el tramo; el estadio; la fase; el trayecto
  2. de etappe (traject; route; weg; )
    el trayecto; el barrio; el paso; la trayectoria; la calzada; la ronda; el turno; el barrote; la carretera

Translation Matrix for etappe:

NounRelated TranslationsOther Translations
barrio afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg buitenwijk; buurt; centrum; district; handelswijk; nabijheid; plein; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; vliegreis; vliegtocht; vlucht; wijk; woonwijk
barrote afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg spijl; stijl; stijl van een bed; tralie
calzada afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg baan; buitenweg; dreef; landweg; paadje; pad; rijbaan; rijvlak; rijwegen; straat; straatweg; trekpad; voetspoor; weg; wegen
carretera afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg autoweg; baan; buitenweg; dreef; landweg; paadje; pad; pokerterm voor straat; snelweg; straat; straatweg; trekpad; verkeersweg; weg
estadio etappe; parcoursetappe stadion
etapa etappe; parcoursetappe fase; ontwikkelingsfase; ronde; stadium; tochtje; toertje; tournee; trip; uitje; uitstapje
fase etappe; parcoursetappe fase; ontwikkelingsfase; schijngestalte; stadium; werkstroomfase
momento etappe; parcoursetappe minuut; tijdstip
paso afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg bergpas; buitenweg; deur; doorgang; doorloop; doorreis; doortocht; doorvaart; draf; dreef; gang; gang van een paard; gangpad; geul; landweg; paadje; pad; pas; pasje; passage; portiek; schrede; stap; tekenbreedte; toelating; tred; trekpad; vaargeul; voetstap
período etappe; parcoursetappe epoch; epoche; era; fase; interim; menstruatie; ongesteldheid; ontwikkelingsfase; periode; poosje; stadium; termijn; tijd; tijdperk; tijdruimte; tijdsbestek; tijdsbestek van een uur; tijdsduur; tijdsgewricht; tijdsruimte; tijdsverloop; tijdvak; tussenpoos; tussentijd; uur
ronda afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg cirkel; kring; omgang; ronde; rondje; tournee
tramo etappe; parcoursetappe
trayecto afstand; baan; baanvak; etappe; pad; parcoursetappe; ronde; route; tournee; traject; weg ronde; tochtje; toertje; tournee; trip; uitje; uitstapje
trayectoria afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg
turno afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg beurt; cirkel; kring; ronde; rondje; spelletje; tournee

Related Words for "etappe":

  • etappen, etappes