Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- evenement:
-
Wiktionary:
- evenement → acontecimiento, contingencia, suceso, evento
- evenement → acontecimiento, suceso, evento
Dutch
Detailed Translations for evenement from Dutch to Spanish
evenement:
-
het evenement (gebeurtenis)
Translation Matrix for evenement:
Noun | Related Translations | Other Translations |
acontecimiento | evenement; gebeurtenis | incident; zaakje |
acto | evenement; gebeurtenis | actie; aktie; daad; feit; gebeurtenis; handeling; incident; voorval |
actualidad | evenement; gebeurtenis | actualiteit; tijdigheid |
caso | evenement; gebeurtenis | aanvraag; casus; contract; geval; incident; kwestie; naamval; taak; winkel; winkelzaak; zaak; zaakje |
evento | evenement; gebeurtenis | gebeurtenis; programmagebeurtenis |
hecho | evenement; gebeurtenis | bekend feit; feit; gebeurtenis; gegeven; incident; voorval |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
hecho | af; beëindigd; gaar; gecreëerd; gedaan; gemaakt; gereed; geschapen; klaar; moe; vermoeid; volbracht |
Related Words for "evenement":
Wiktionary Translations for evenement:
evenement
Cross Translation:
noun
-
een verplaatsbare georganiseerde gebeurtenis
- evenement → acontecimiento; contingencia; suceso; evento
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• evenement | → acontecimiento; suceso; evento | ↔ event — occurrence of social or personal importance |