Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- gerelateerd:
- relateren:
-
Wiktionary:
- gerelateerd → relacionado
Dutch
Detailed Translations for gerelateerd from Dutch to Spanish
gerelateerd:
-
gerelateerd (verwant)
relacionado; pariente; emparentado; consanguíneo-
relacionado adj
-
pariente adj
-
emparentado adj
-
consanguíneo adj
-
Translation Matrix for gerelateerd:
Noun | Related Translations | Other Translations |
consanguíneo | bloedverwant; familielid | |
pariente | bloedverwant; familielid | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
consanguíneo | gerelateerd; verwant | |
emparentado | gerelateerd; verwant | aangetrouwd |
pariente | gerelateerd; verwant | |
relacionado | gerelateerd; verwant | geallieerd |
Wiktionary Translations for gerelateerd:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gerelateerd | → relacionado | ↔ related — standing in relation or connection |
gerelateerd form of relateren:
-
relateren
relacionar con-
relacionar con verbe
-
Conjugations for relateren:
o.t.t.
- relateer
- relateert
- relateert
- relateren
- relateren
- relateren
o.v.t.
- relateerde
- relateerde
- relateerde
- relateerden
- relateerden
- relateerden
v.t.t.
- ben gerelateerd
- bent gerelateerd
- is gerelateerd
- zijn gerelateerd
- zijn gerelateerd
- zijn gerelateerd
v.v.t.
- was gerelateerd
- was gerelateerd
- was gerelateerd
- waren gerelateerd
- waren gerelateerd
- waren gerelateerd
o.t.t.t.
- zal relateren
- zult relateren
- zal relateren
- zullen relateren
- zullen relateren
- zullen relateren
o.v.t.t.
- zou relateren
- zou relateren
- zou relateren
- zouden relateren
- zouden relateren
- zouden relateren
en verder
- heb gerelateerd
- hebt gerelateerd
- heeft gerelateerd
- hebben gerelateerd
- hebben gerelateerd
- hebben gerelateerd
diversen
- relateer!
- relateert!
- gerelateerd
- relaterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for relateren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
relacionar con | relateren |