Dutch

Detailed Translations for geslacht from Dutch to Spanish

geslacht:

geslacht [het ~] nom

  1. het geslacht (sekse; genus; kunne)
    el género; el sexo; la raza; la familia; la generación; el género gramatical
  2. het geslacht (stamhuis; familie)
    la familia; la dinastía; la casa
  3. het geslacht (dynastie)
    el linaje; la familia; la casa; la dinastía

Translation Matrix for geslacht:

NounRelated TranslationsOther Translations
casa dynastie; familie; geslacht; stamhuis bedrijf; bouwsel; bouwwerk; concern; gebouw; huis; onderneming; pand; perceel; residentie; thuis; verblijf; woning; woonhuis
dinastía dynastie; familie; geslacht; stamhuis regerende familie; vorstenhuis
familia dynastie; familie; genus; geslacht; kunne; sekse; stamhuis familie; gezin; huisgezin
generación genus; geslacht; kunne; sekse generatie; oudheid
género genus; geslacht; kunne; sekse aard; bezitting; genre; handel; handelsverkeer; klasse; koophandel; negotie; onderverdeling; slag; soort; type
género gramatical genus; geslacht; kunne; sekse
linaje dynastie; geslacht
raza genus; geslacht; kunne; sekse ras; slag; soort
sexo genus; geslacht; kunne; sekse seks
- familie
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
familia serie

Synonyms for "geslacht":


Related Definitions for "geslacht":

  1. alle bloedverwanten samen: vader, moeder, etc.1
    • hij stamt uit een oud en voornaam geslacht1
  2. orgaan dat nodig is voor de voortplanting1
    • zijn geslacht kreeg ik niet te zien1
  3. mannelijke of vrouwelijke soort1
    • de koe is een dier van het vrouwelijke geslacht1

Wiktionary Translations for geslacht:

geslacht
noun
  1. geslachtsorganen
  2. (biologisch) genus
  3. grammaticaal geslacht
  4. afstammelingen van één persoon

Cross Translation:
FromToVia
geslacht género gender — grammar: division of nouns and pronouns
geslacht sexo; género gender — biological sex of persons or animals
geslacht linaje; estirpe lineage — descent
geslacht sexo; género sex — gender (female or male)
geslacht género GattungBiologie, Systematik: taxonomische Kategorie, die einander sehr nahestehende Arten zusammenfasst
geslacht género genreensemble d’êtres, ou de choses, caractériser par un ou des traits communs.
geslacht generación générationaction d’engendrer, de produire son semblable.
geslacht sexo sexe — biol|fr genre qui peut être masculin ou féminin.

geslacht form of slachten:

slachten verbe (slacht, slachtte, slachtten, geslacht)

  1. slachten

Conjugations for slachten:

o.t.t.
  1. slacht
  2. slacht
  3. slacht
  4. slachten
  5. slachten
  6. slachten
o.v.t.
  1. slachtte
  2. slachtte
  3. slachtte
  4. slachtten
  5. slachtten
  6. slachtten
v.t.t.
  1. heb geslacht
  2. hebt geslacht
  3. heeft geslacht
  4. hebben geslacht
  5. hebben geslacht
  6. hebben geslacht
v.v.t.
  1. had geslacht
  2. had geslacht
  3. had geslacht
  4. hadden geslacht
  5. hadden geslacht
  6. hadden geslacht
o.t.t.t.
  1. zal slachten
  2. zult slachten
  3. zal slachten
  4. zullen slachten
  5. zullen slachten
  6. zullen slachten
o.v.t.t.
  1. zou slachten
  2. zou slachten
  3. zou slachten
  4. zouden slachten
  5. zouden slachten
  6. zouden slachten
en verder
  1. ben geslacht
  2. bent geslacht
  3. is geslacht
  4. zijn geslacht
  5. zijn geslacht
  6. zijn geslacht
diversen
  1. slacht!
  2. slachtt!
  3. geslacht
  4. slachtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for slachten:

NounRelated TranslationsOther Translations
matar afknallen; doden; van kant maken
VerbRelated TranslationsOther Translations
matar slachten afknallen; afmaken; afschieten; afslachten; doden; doodmaken; doodschieten; doodslaan; executeren; fusilleren; liquideren; moorden; neerhalen; neersabelen; om het leven brengen; ombrengen; smashen; ter dood brengen; terechtstellen; van kant maken; vermoorden
rematar slachten een mijngang graven; mijnen
sacrificar slachten offeren; opgeven; opofferen; overleveren; prijsgeven

Related Words for "slachten":


Wiktionary Translations for slachten:


Cross Translation:
FromToVia
slachten carnear; matar butcher — To slaughter animals and prepare meat for market
slachten masacrar butcher — to kill brutally
slachten matar slaughter — To butcher animals, generally for food (also kosher and halal rituals)
slachten demoler; derribar; deprimir; abatir; desalentar; agotar; matar; vencer; recorrer; atravesar; calmar; sosegar abattre — Traductions à trier suivant le sens

External Machine Translations:

Related Translations for geslacht