Dutch
Detailed Translations for gisping from Dutch to Spanish
gisping:
-
gisping (terechtwijzing; reprimande; standje; berisping; verwijt; lering)
Translation Matrix for gisping:
Noun | Related Translations | Other Translations |
amonestación | berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt | vermaan; vermaning; waarschuwing |
recriminación | berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt | recriminatie; tegenbeschuldiging; tegeneis |
reprimenda | berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt | berisping; donderpreek; raket; reprimande; schrobbering; standje; terechtwijzing; uitbrander; uitschijter |
reprobación | berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt | donderspeech; verkettering |
reproche | berisping; gisping; lering; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt | berisping; bezwaar; blaam; grief; het klagen; klacht; kwalijk nemen; reprimande; standje; terechtwijzing; verwijt |