Dutch

Detailed Translations for goedaardigheid from Dutch to Spanish

goedaardigheid:

goedaardigheid [de ~ (v)] nom

  1. de goedaardigheid
    la ternura; la amabilidad; la bondad; la dulzura; la simpatía; la suavidad; la complacencia; la mansedumbre; la blandura; la afabilidad; la benignidad

Translation Matrix for goedaardigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
afabilidad goedaardigheid beminnelijkheid; gunstige gezindheid; hartelijkheid; jovialiteit; vriendschappelijkheid; welwillendheid
amabilidad goedaardigheid aardigheid; beminnelijkheid; gunstige gezindheid; hartelijkheid; toeschietelijkheid; vriendelijkheid; vriendschappelijkheid; welwillendheid
benignidad goedaardigheid aardigheid; vriendelijkheid; zachtaardigheid
blandura goedaardigheid clementie; compassie; goedertierenheid; mildheid; weekheid; welwillendheid; zachtaardigheid; zachtheid
bondad goedaardigheid aardigheid; clementie; compassie; goedertierenheid; goedheid; goedigheid; goedmoedigheid; mildheid; vriendelijkheid; welwillendheid
complacencia goedaardigheid behulpzaamheid; bereidheid; bereidwilligheid; clementie; compassie; dienstwilligheid; goedertierenheid; goedheid; goedmoedigheid; goedwillendheid; gunstige gezindheid; hulpvaardigheid; liefdadigheid; liefdadigheidsinstelling; meegaandheid; mildheid; toegevendheid; vergenoegdheid; volgzaamheid; weldaad; weldadigheidsinstelling; welwillendheid
dulzura goedaardigheid clementie; compassie; gevoeligheid; goedertierenheid; goedheid; goedigheid; goedmoedigheid; hartelijkheid; innigheid; lekkers; liefheid; liefkozing; mildheid; snoepgoed; snoepjes; tederheid; toegevendheid; tolerantie; verdraagzaamheid; welwillendheid; zachtaardigheid; zachtheid; zoetheid; zoetigheid
mansedumbre goedaardigheid aardigheid; makheid; tamheid; vriendelijkheid; zachtaardigheid
simpatía goedaardigheid aardigheid; genegenheid; hartelijkheid; inclinatie; ingenomenheid; innemendheid; sympathie; toegenegenheid; vriendelijkheid; vriendschappelijkheid
suavidad goedaardigheid bijstand; clementie; compassie; gevoeligheid; goedertierenheid; hartelijkheid; hulp; innigheid; liefheid; liefkozing; maatschappelijke hulpverlening; mildheid; ondersteuning; steun; tederheid; welwillendheid; zachtheid; zoetheid
ternura goedaardigheid aandoenlijkheid; clementie; compassie; genegenheid; gevoeligheid; goedertierenheid; hartelijkheid; innigheid; liefde; liefkozing; mildheid; tederheid; welwillendheid; zachtaardigheid; zachtheid

Related Words for "goedaardigheid":


goedaardig:


Translation Matrix for goedaardig:

NounRelated TranslationsOther Translations
buenazo druiloor; goedzak; goeierd; idioot; joris goedbloed; kalfskop; oen; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; rund; schaapskop; schapenkop; stommeling; stommerd; stommerik; sukkel; sul
ModifierRelated TranslationsOther Translations
agradable aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aardig; aimabel; amusant; attractief; bedaard; behaaglijk; bekoorlijk; bevallig; charmant; fijn; fraai; gelijkmoedig; genietbaar; genoeglijk; gezellig; goddelijk; goed ogend; harmonisch; hartelijk; heerlijk; hemels; heugelijk; heuglijk; kalm; kalmpjes; knap; lekker; leuk; minnelijk; mooi; onbewogen; onderhoudend; op een aardige manier; paradijselijk; plezant; plezierig; prettig; rustig; sereen; sfeervol; smakelijk; sociabel; subtiel; te genieten; uitnodigend; verblijdend; verleidelijk; verlokkend; vermakelijk; verrukkelijk; vriendelijk; vriendelijke; welgevallig; zalig
amable aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aardig; aimabel; attractief; bedaard; behulpzaam; bekoorlijk; beminnelijk; bereidwillig; bevallig; braaf; charmant; comfortabel; coöperatief; deugdzaam; dierbaar; favoriete; fijn; gedienstig; geestig; geinig; gelijkmoedig; gemakkelijk; genegenheid opwekkend; genoeglijk; geriefelijk; geschikt; geselecteerd; grappig; hartelijk; innemend; inschikkelijk; jofel; kalm; kalmpjes; knap; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; lekker; leuk; lief; lievelings; lollig; medewerkend; minnelijk; minzaam; mooi; onbewogen; op een aardige manier; plezierig; prettig; rustig; sereen; sympathiek; tegemoetkomend; toegenegen; toeschietelijk; tof; verkoren; voorbeeldig; vriendelijk; vriendelijke; welwillend; zoet
ameno aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig aangenaam; aardig; aimabel; amusant; bekoorlijk; bevallig; charmant; elegant; fijn; genoeglijk; gracieus; humoristische; jofel; lekker; liefelijk; onderhoudend; plezierig; prettig; sfeervol; sierlijk; uiig; vermakelijk
amigable aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig aardig; amicaal; bedaard; bevallig; charmant; coöperatief; gelijkmoedig; hartelijk; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; leuk; lief; medewerkend; minnelijk; onbewogen; op een aardige manier; prettig; rustig; sereen; sympathiek; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; welwillend
asiduo aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk
atento aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig aandachtig; alert; bedachtzaam; behoedzaam; behulpzaam; belangstellend; bereidwillig; beschaafd; bezonnen; charmant; dienstwillig; geciviliseerd; gecultiveerd; gedienstig; genegenheid opwekkend; geïnteresseerd; hoede; innemend; inschikkelijk; met een scherp oog; minzaam; nauwlettend; omzichtig; ontwikkeld; oplettend; opmerkzaam; paraat; voorkomend; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend
beneficioso goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; mild; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig aangenaam; bevorderlijk; charitatief; dienstig; fijn; gunstig; heilzaam; humaan; lekker; liefdadig; menslievend; menslievende; positief; prettig; tot nut; zegenrijk
benigno goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; mild; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig clement; edelmoedig; genadig; genereus; goedgeefs; goedgunstig; gul; mild; onbekrompen; royaal; ruimhartig; scheutig; vergevingsgezind; verzoenend; vrijgevig; welwillend
benéfico goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; mild; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig charitatief; heilzaam; humaan; liefdadig; menslievend; menslievende; weldadig; zegenrijk
benévolo goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; mild; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig amicaal; bedaard; bereidvaardig; bereidwillig; gelijkmoedig; genegen; goedgunstig; hartelijk; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; minnelijk; onbewogen; op een aardige manier; rustig; sereen; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; welwillend
bondadoso aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig clement; edel; edelmoedig; genadig; genereus; goedgeefs; grootmoedig; groots; gul; mild; nobel; onbekrompen; royaal; ruimhartig; scheutig; vergevingsgezind; verzoenend; vrijgevig
bonito aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aantrekkelijke; aimabel; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; charmant; flitsend; fraai; geestig; geinig; gevat; goed ogend; grappig; hip; knap; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig; mooi; schattig; scherpzinnig; schoon; schrander; slim; snedig; snel; trendy; uitgeslapen; verrukkelijk; vlot; welgemaakt; welgevallig
buenazo goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; mild; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
bueno aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aimabel; attractief; bekoorlijk; bevallig; braaf; braafjes; charmant; correct; deugdzaam; eerlijk; fijn; goddelijk; goed; heerlijk; hemels; juist; knap; lekker; lief; momenteel; mooi; nou; nu; op dit moment; paradijselijk; precies; prettig; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; smakelijk; subtiel; tegenwoordig; tja; verlokkend; verrukkelijk; voorbeeldig; zalig; ziezo; zoet
complaciente aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; hulpvaardig; mild; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig amicaal; bedaard; behulpzaam; bereidvaardig; bereidwillig; dienstbaar; dienstvaardig; dienstwillig; gedienstig; gedwee; gelijkmoedig; gewillig; inschikkelijk; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; meegaand; onbewogen; onderworpen; op een aardige manier; rustig; sereen; soepel; tegemoetkomend; toegeeflijk; toegevend; toeschietelijk; verplichtend; volgzaam; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; welwillend; willig
dadivoso goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; mild; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig clement; genadig; genereus; goedgeefs; goedhartig; gul; mak; mild; onbekrompen; royaal; scheutig; vergevingsgezind; verzoenend; vrijgevig; welwillend; zacht; zachtaardig
de buen corazón goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; mild; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
dispuesto a ayudar aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig behulpzaam; bereidwillig; gedienstig; inschikkelijk
simpático aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig aangenaam; aardig; amicaal; bedaard; bevallig; charmant; comfortabel; gelijkmoedig; gemakkelijk; genegenheid opwekkend; genoeglijk; geriefelijk; hartelijk; innemend; jofel; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; leuk; lief; medelevend; meelevend; meevoelend; minnelijk; minzaam; onbewogen; op een aardige manier; plezierig; prettig; ruimhartig; rustig; sereen; sympathiek; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk
tolerante goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; mild; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig clement; edelmoedig; genereus; goedgeefs; goedhartig; gul; mak; mild; onbekrompen; onbevangen; royaal; ruimdenkend; ruimhartig; scheutig; tolerant; verdraagzaam; vrijgevig; welwillend; zacht; zachtaardig

Related Words for "goedaardig":


Wiktionary Translations for goedaardig:


Cross Translation:
FromToVia
goedaardig benigno benign — kind, gentle, mild
goedaardig benigno benigneMedizin: gutartig in Bezug auf einen Krankheitsverlauf
goedaardig inocuo inoffensif — Qui n'est pas dangereux, qui ne fait pas de mal.
goedaardig menor mineur — militaire|fr Qui concerne les mines.
goedaardig sano y salvo; seguro; firme; sin peligro; de confianza; fidedigno; digno de confianza; cierto sûrdont on ne douter pas ; certain ; indubitable ; vrai.