Dutch
Detailed Translations for hoogachten from Dutch to Spanish
hoogachten:
-
hoogachten (respecteren; eerbiedigen; hoogschatten; achten)
respetar; tener en gran estima; estimar mucho; glorificar-
respetar verbe
-
tener en gran estima verbe
-
estimar mucho verbe
-
glorificar verbe
-
Conjugations for hoogachten:
o.t.t.
- acht hoog
- acht hoog
- acht hoog
- achten hoog
- achten hoog
- achten hoog
o.v.t.
- achtte hoog
- achtte hoog
- achtte hoog
- achtten hoog
- achtten hoog
- achtten hoog
v.t.t.
- heb hooggeacht
- hebt hooggeacht
- heeft hooggeacht
- hebben hooggeacht
- hebben hooggeacht
- hebben hooggeacht
v.v.t.
- had hooggeacht
- had hooggeacht
- had hooggeacht
- hadden hooggeacht
- hadden hooggeacht
- hadden hooggeacht
o.t.t.t.
- zal hoogachten
- zult hoogachten
- zal hoogachten
- zullen hoogachten
- zullen hoogachten
- zullen hoogachten
o.v.t.t.
- zou hoogachten
- zou hoogachten
- zou hoogachten
- zouden hoogachten
- zouden hoogachten
- zouden hoogachten
en verder
- ben hooggeacht
- bent hooggeacht
- is hooggeacht
- zijn hooggeacht
- zijn hooggeacht
- zijn hooggeacht
diversen
- acht hoog!
- acht hoog!
- hooggeacht
- hoogachtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for hoogachten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
glorificar | prijzen; roemen; verheerlijken | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
estimar mucho | achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; respecteren | |
glorificar | achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; respecteren | aanbidden; adoreren; de hemel in prijzen; eerbied bewijzen; eren; hemelhoog prijzen; lofprijzen; met een roze bril bezien; ophemelen; romantiseren; verafgoden; verheerlijken |
respetar | achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; respecteren | eerbiedigen; houden aan; in acht nemen; ontzien; sparen; verschonen |
tener en gran estima | achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; respecteren |
Wiktionary Translations for hoogachten:
hoogachten
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• hoogachten | → apreciar; estimar; evaluar; avaliar; tasar | ↔ apprécier — Estimer, évaluer (quelque chose), en fixer la valeur, le prix. (Sens général). |
• hoogachten | → estimar | ↔ estimer — priser quelque chose, en apprécier, en déterminer la valeur. |
External Machine Translations: