Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. inenten:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for inenten from Dutch to Spanish

inenten:

inenten verbe (ent in, entte in, entten in, ingeënt)

  1. inenten (inoculeren; vaccineren)

Conjugations for inenten:

o.t.t.
  1. ent in
  2. ent in
  3. ent in
  4. enten in
  5. enten in
  6. enten in
o.v.t.
  1. entte in
  2. entte in
  3. entte in
  4. entten in
  5. entten in
  6. entten in
v.t.t.
  1. ben ingeënt
  2. bent ingeënt
  3. is ingeënt
  4. zijn ingeënt
  5. zijn ingeënt
  6. zijn ingeënt
v.v.t.
  1. was ingeënt
  2. was ingeënt
  3. was ingeënt
  4. waren ingeënt
  5. waren ingeënt
  6. waren ingeënt
o.t.t.t.
  1. zal inenten
  2. zult inenten
  3. zal inenten
  4. zullen inenten
  5. zullen inenten
  6. zullen inenten
o.v.t.t.
  1. zou inenten
  2. zou inenten
  3. zou inenten
  4. zouden inenten
  5. zouden inenten
  6. zouden inenten
en verder
  1. is ingeënt
  2. zijn ingeënt
diversen
  1. ent in!
  2. ent in!
  3. ingeënt
  4. inentend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for inenten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
inocular inenten; inoculeren; vaccineren
inyectar inenten; inoculeren; vaccineren injecteren; inspuiten; met spuit een medicijn toedienen; spuiten
vacunar inenten; inoculeren; vaccineren injecteren; inspuiten; spuiten

Wiktionary Translations for inenten:


Cross Translation:
FromToVia
inenten inocular inoculate — to provide immunity
inenten vacunar vaccinate — treat with a vaccine
inenten vacunar impfenMedizin: mit einer Impfung gegen Krankheiten schützen
inenten vacunar vaccinerinoculer la vaccine.