Dutch
Detailed Translations for inzakken from Dutch to Spanish
inzakken:
-
inzakken (in elkaar zakken; inzinken; invallen)
desmoronarse; bajar los precios; sufrir un ataque nervioso; venirse abajo; sufrir un bache-
desmoronarse verbe
-
bajar los precios verbe
-
venirse abajo verbe
-
sufrir un bache verbe
-
-
inzakken (sterk afnemen; teruglopen; vallen)
caerse; bajar los precios; hundirse; derrumbarse-
caerse verbe
-
bajar los precios verbe
-
hundirse verbe
-
derrumbarse verbe
-
Conjugations for inzakken:
o.t.t.
- zak in
- zakt in
- zakt in
- zakken in
- zakken in
- zakken in
o.v.t.
- zakte in
- zakte in
- zakte in
- zakten in
- zakten in
- zakten in
v.t.t.
- ben ingezakt
- bent ingezakt
- is ingezakt
- zijn ingezakt
- zijn ingezakt
- zijn ingezakt
v.v.t.
- was ingezakt
- was ingezakt
- was ingezakt
- waren ingezakt
- waren ingezakt
- waren ingezakt
o.t.t.t.
- zal inzakken
- zult inzakken
- zal inzakken
- zullen inzakken
- zullen inzakken
- zullen inzakken
o.v.t.t.
- zou inzakken
- zou inzakken
- zou inzakken
- zouden inzakken
- zouden inzakken
- zouden inzakken
diversen
- zak in!
- zakt in!
- ingezakt
- inzakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
inzakken (sterk in waarde dalen; kelderen; terugvallen)
Translation Matrix for inzakken:
Wiktionary Translations for inzakken:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• inzakken | → desplomarse | ↔ flop — to fall heavily, because lacking energy |