Dutch
Detailed Translations for kalveren werpen from Dutch to Spanish
kalveren werpen:
kalveren werpen verbe (werp kalveren, werpt kalveren, wierp kalveren, wierpen kalveren, kalveren geworpen)
-
kalveren werpen (kalven)
Conjugations for kalveren werpen:
o.t.t.
- werp kalveren
- werpt kalveren
- werpt kalveren
- werpen kalveren
- werpen kalveren
- werpen kalveren
o.v.t.
- wierp kalveren
- wierp kalveren
- wierp kalveren
- wierpen kalveren
- wierpen kalveren
- wierpen kalveren
v.t.t.
- heb kalveren geworpen
- hebt kalveren geworpen
- heeft kalveren geworpen
- hebben kalveren geworpen
- hebben kalveren geworpen
- hebben kalveren geworpen
v.v.t.
- had kalveren geworpen
- had kalveren geworpen
- had kalveren geworpen
- hadden kalveren geworpen
- hadden kalveren geworpen
- hadden kalveren geworpen
o.t.t.t.
- zal kalveren werpen
- zult kalveren werpen
- zal kalveren werpen
- zullen kalveren werpen
- zullen kalveren werpen
- zullen kalveren werpen
o.v.t.t.
- zou kalveren werpen
- zou kalveren werpen
- zou kalveren werpen
- zouden kalveren werpen
- zouden kalveren werpen
- zouden kalveren werpen
diversen
- werp kalveren!
- werpt kalveren!
- kalveren geworpen
- kalveren werpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for kalveren werpen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
parir | jongen krijgen; werpen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
lanzar a la vida | kalven; kalveren werpen | |
parir | kalven; kalveren werpen | baren; bevallen; fokken; jongen; kweken; opfokken; ter wereld brengen; voortbrengen; werpen |