Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- kenschetsen:
- kenschets:
-
Wiktionary:
- kenschetsen → caracterizar, marcar, señalar, formar, moldear
Dutch
Detailed Translations for kenschetsen from Dutch to Spanish
kenschetsen:
-
kenschetsen (karakteriseren; kenmerken; typeren)
-
kenschetsen (karakteriseren; kenmerken; tekenen; typeren)
describir; caracterizar; distinguir; tipificar-
describir verbe
-
caracterizar verbe
-
distinguir verbe
-
tipificar verbe
-
Conjugations for kenschetsen:
o.t.t.
- kenschets
- kenschetst
- kenschetst
- kenschetsen
- kenschetsen
- kenschetsen
o.v.t.
- kenschetste
- kenschetste
- kenschetste
- kenschetsten
- kenschetsten
- kenschetsten
v.t.t.
- heb gekenschetst
- hebt gekenschetst
- heeft gekenschetst
- hebben gekenschetst
- hebben gekenschetst
- hebben gekenschetst
v.v.t.
- had gekenschetst
- had gekenschetst
- had gekenschetst
- hadden gekenschetst
- hadden gekenschetst
- hadden gekenschetst
o.t.t.t.
- zal kenschetsen
- zult kenschetsen
- zal kenschetsen
- zullen kenschetsen
- zullen kenschetsen
- zullen kenschetsen
o.v.t.t.
- zou kenschetsen
- zou kenschetsen
- zou kenschetsen
- zouden kenschetsen
- zouden kenschetsen
- zouden kenschetsen
en verder
- ben gekenschetst
- bent gekenschetst
- is gekenschetst
- zijn gekenschetst
- zijn gekenschetst
- zijn gekenschetst
diversen
- kenschets!
- kenschetst!
- gekenschetst
- kenschetsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for kenschetsen:
Related Words for "kenschetsen":
Wiktionary Translations for kenschetsen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kenschetsen | → caracterizar; marcar; señalar; formar; moldear | ↔ zeichnen — (transitiv) etwas mit einem oder mehreren Zeichen versehen |
kenschetsen form of kenschets:
-
de kenschets (karakterisering; typering)