Noun | Related Translations | Other Translations |
almacenes
|
bergschuren; keten; loodsen
|
magazijnen; pakhuizen; warenhuizen
|
baliza
|
aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; boei; keten; ketting; kluister
|
baak; baken
|
boya
|
aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; boei; keten; ketting; kluister
|
baak; baken; tonboei
|
cadena
|
aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; aaneenschakeling; boei; halssieraad; keten; ketting; kluister; snoer
|
halsketting; halssnoer; ketting; kettinkje; net; tekenreeks; televisiekanaal
|
cadena comercial
|
keten; winkelketen
|
filiaalbedrijf; grootwinkelbedrijf
|
cadena de empresas comerciales
|
keten; winkelketen
|
handelsketen; zakenketen
|
cadena de establecimientos comerciales
|
keten; winkelketen
|
filiaalbedrijf; grootwinkelbedrijf
|
cadenas
|
aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; boei; keten; ketting; kluister
|
aaneenschakelingen; opeenvolgingen; reeksen
|
cadenilla
|
aaneenschakeling; keten; ketting; snoer
|
halsketting; halssnoer; ketting; kettinkje
|
cadenita
|
aaneenschakeling; keten; ketting; snoer
|
halsketting; halssnoer; ketting; kettinkje
|
cerco
|
aaneenschakeling; keten; ketting; snoer
|
beleg; belegering; cirkel; kring; rayon; rayon van een bedrijf
|
ciclo
|
aaneenschakeling; keten; ketting; snoer
|
cyclus; kringloop; omgang; reeks; ronde doen; sequens; sequentie; serie; tijdkring
|
collar
|
aaneenschakeling; halssieraad; keten; ketting; snoer
|
collier; halsband; halsketting; halssnoer; ketting; kettinkje; leiband
|
cordón circunvalatorio
|
aaneenschakeling; keten; ketting; snoer
|
ambachtsgilde; bond; cirkel; club; gilde; kring; kringel; kringvormig; orde; organisatie; sociëteit; soos; unie; vakgenootschap; vereniging
|
corona
|
aaneenschakeling; keten; ketting; snoer
|
cirkel; koningskroon; kring; kroon; rondje; sociëteit; soos
|
círculo
|
aaneenschakeling; keten; ketting; snoer
|
bond; cirkel; cirkelvorm; club; gilde; kring; kringel; kringvormig; orde; organisatie; rondje; societiet; sociëteit; soos; unie; vereniging
|
encadenamiento
|
aaneenschakeling; keten; reeks; rij; serie
|
aaneenschakeling; reeks; serie
|
esfera
|
aaneenschakeling; keten; ketting; snoer
|
harses; kring; kringel; kringvormig; wijzerplaat
|
eslabonamiento
|
aaneenschakeling; keten; reeks; rij; serie
|
aaneenschakeling; reeks; serie
|
esposas
|
aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; aaneenschakeling; boei; halssieraad; keten; ketting; kluister; snoer
|
boeien; handboeien; handijzers; ketenen; kluisters; knevels
|
fila
|
aaneenschakeling; keten; reeks; rij; serie
|
aaneenschakeling; chocolade; chocoladereep; gelid; rang; rangorde; rangschikken; rangschikking; record; reeks; reep; rij; rij manschappen; rijtje; serie
|
gama
|
aaneenschakeling; keten; ketting; snoer
|
aaneenschakeling; gamma; kleurenschaal; kleurenspectrum; reeks; scala; serie; spectrum
|
gargantilla
|
aaneenschakeling; keten; ketting; snoer
|
|
grillos
|
aaneenschakeling; keten; ketting; snoer
|
voetboeien
|
halo
|
aaneenschakeling; keten; ketting; snoer
|
aureool; halo; heiligenschijn; kring; kringel; kringvormig; lichtkrans; mandorla; stralenkrans; stralenkroon
|
halón
|
aaneenschakeling; keten; ketting; snoer
|
|
hilera
|
aaneenschakeling; keten; ketting; snoer
|
aaneenschakeling; reeks; serie; sliert; slingervormig ding
|
ojera
|
aaneenschakeling; keten; ketting; snoer
|
rayon; rayon van een bedrijf
|
orden
|
aaneenschakeling; keten; reeks; rij; serie
|
aaneenschakeling; aanschrijving; aanwijzing; aanzegging; allegaartje; beleefdheid; beschaafdheid; bestel; betamelijkheid; bevel; commando; decorum; dienstorder; discipline; dwang; fatsoen; fatsoenlijkheid; gehoorzaamheid; gelazer; gelid; gevoeglijkheid; instructie; kennisgeving; keurigheid; mengelmoes; narigheid; netheid; onberispelijkheid; onderwerping; opbouw; openhartigheid; openheid; opgeruimdheid; oprechtheid; orde; ordelijkheid; ordening; order; organisatie; properheid; reeks; regelmaat; reglementering; rij; rij manschappen; rondborstigheid; rondheid; samenraapsel; samenstel; samenstelling; serie; smetteloosheid; structuur; systeem; trammelant; tucht; verordening; voorschrift; welgemanierdheid; welvoeglijkheid
|
progresión
|
aaneenschakeling; keten; ketting; snoer
|
aaneenschakeling; reeks; serie
|
sarta
|
aaneenschakeling; keten; reeks; rij; serie
|
aaneenschakeling; reeks; serie; sliert; slingervormig ding
|
secuencia
|
aaneenschakeling; keten; ketting; snoer
|
cyclus; filmsequentie; gegevensstroom; reeks; sequens; sequentie; serie; stream; vervolgdeel
|
serie
|
aaneenschakeling; keten; ketting; reeks; rij; serie; snoer
|
aaneenschakeling; cyclus; gamma; gelid; opeenvolging; reeks; rij; rij manschappen; scala; sequens; sequentie; serie; sleep; spectrum
|
sucesión
|
aaneenschakeling; keten; ketting; reeks; rij; serie; snoer
|
aaneenschakeling; cyclus; erfopvolging; erfstuk; opeenvolging; opvolging; reeks; serie; successie
|
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
orden
|
|
z-volgorde
|