Summary


Dutch

Detailed Translations for klappertanden from Dutch to Spanish

klappertanden:

klappertanden verbe (klappertand, klappertandt, klappertandde, klappertandden, geklappertand)

  1. klappertanden (bibberen; kleumen; koulijden)

Conjugations for klappertanden:

o.t.t.
  1. klappertand
  2. klappertandt
  3. klappertandt
  4. klappertanden
  5. klappertanden
  6. klappertanden
o.v.t.
  1. klappertandde
  2. klappertandde
  3. klappertandde
  4. klappertandden
  5. klappertandden
  6. klappertandden
v.t.t.
  1. heb geklappertand
  2. hebt geklappertand
  3. heeft geklappertand
  4. hebben geklappertand
  5. hebben geklappertand
  6. hebben geklappertand
v.v.t.
  1. had geklappertand
  2. had geklappertand
  3. had geklappertand
  4. hadden geklappertand
  5. hadden geklappertand
  6. hadden geklappertand
o.t.t.t.
  1. zal klappertanden
  2. zult klappertanden
  3. zal klappertanden
  4. zullen klappertanden
  5. zullen klappertanden
  6. zullen klappertanden
o.v.t.t.
  1. zou klappertanden
  2. zou klappertanden
  3. zou klappertanden
  4. zouden klappertanden
  5. zouden klappertanden
  6. zouden klappertanden
diversen
  1. klappertand!
  2. klappertandt!
  3. geklappertand
  4. klappertandend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for klappertanden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
acanalar bibberen; klappertanden; kleumen; koulijden
aterirse bibberen; klappertanden; kleumen; koulijden
dar diente con diente bibberen; klappertanden; kleumen; koulijden
dentellar bibberen; klappertanden; kleumen; koulijden kartelen; kartels krijgen; klepperen
pasar frío bibberen; klappertanden; kleumen; koulijden
tener frío bibberen; klappertanden; kleumen; koulijden