Dutch
Detailed Translations for klieken from Dutch to Spanish
klieken:
-
de klieken (kliekjes; etensresten)
-
klieken (aaneensluiten)
Conjugations for klieken:
o.t.t.
- kliek
- kliekt
- kliekt
- klieken
- klieken
- klieken
o.v.t.
- kliekte
- kliekte
- kliekte
- kliekten
- kliekten
- kliekten
v.t.t.
- heb gekliekt
- hebt gekliekt
- heeft gekliekt
- hebben gekliekt
- hebben gekliekt
- hebben gekliekt
v.v.t.
- had gekliekt
- had gekliekt
- had gekliekt
- hadden gekliekt
- hadden gekliekt
- hadden gekliekt
o.t.t.t.
- zal klieken
- zult klieken
- zal klieken
- zullen klieken
- zullen klieken
- zullen klieken
o.v.t.t.
- zou klieken
- zou klieken
- zou klieken
- zouden klieken
- zouden klieken
- zouden klieken
diversen
- kliek!
- kliekt!
- gekliekt
- kliekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for klieken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
restante | etensresten; klieken; kliekjes | |
restos de comida | etensresten; klieken; kliekjes | |
sobra de comida | etensresten; klieken; kliekjes | |
sobras | etensresten; klieken; kliekjes | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
agruparse | aaneensluiten; klieken | samenscholen; samenstromen |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
restante | overig |
Related Words for "klieken":
klieken form of kliek:
-
de kliek (onderonsje)
Translation Matrix for kliek:
Noun | Related Translations | Other Translations |
apartado | kliek; onderonsje | gebied; navigatieplaats |
chusma | kliek; onderonsje | gajes; geboefte; gebroed; gepeupel; gespuis; geteisem; grauw; janhagel; plebs; rapaille; schorriemorrie; tuig; uitschot; uitvaagsel |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
apartado | afgehouden; afgelegen |