Dutch
Detailed Translations for klooi from Dutch to Spanish
klooi:
Translation Matrix for klooi:
Noun | Related Translations | Other Translations |
chapucero | klooi | beunhaas; broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; klusjesman; knoeier; knoeipot; koekenbakker; koekhakker; morser; prutser; roffelaar; rommelaar; scharrelaar |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
chapucero | onopgeruimd; slordig |
Related Words for "klooi":
klooien:
-
klooien (rotzooien; aanklooien)
chapucear; holgazanear; frangollar; haraganear; gandulear-
chapucear verbe
-
holgazanear verbe
-
frangollar verbe
-
haraganear verbe
-
gandulear verbe
-
Conjugations for klooien:
o.t.t.
- klooi
- klooit
- klooit
- klooien
- klooien
- klooien
o.v.t.
- klooide
- klooide
- klooide
- klooiden
- klooiden
- klooiden
v.t.t.
- heb geklooid
- hebt geklooid
- heeft geklooid
- hebben geklooid
- hebben geklooid
- hebben geklooid
v.v.t.
- had geklooid
- had geklooid
- had geklooid
- hadden geklooid
- hadden geklooid
- hadden geklooid
o.t.t.t.
- zal klooien
- zult klooien
- zal klooien
- zullen klooien
- zullen klooien
- zullen klooien
o.v.t.t.
- zou klooien
- zou klooien
- zou klooien
- zouden klooien
- zouden klooien
- zouden klooien
diversen
- klooi!
- klooit!
- geklooid
- klooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for klooien:
Verb | Related Translations | Other Translations |
chapucear | aanklooien; klooien; rotzooien | aanmodderen; aanrommelen; aanrotzooien; afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; broddelen; kladden; knoeien; modderen; morsen; neppen; omlijnen; prutsen; rommelen; rotzooi maken; rotzooien; scharrelen; vlekken |
frangollar | aanklooien; klooien; rotzooien | aanrommelen; aanrotzooien; afbakenen; afpalen; afzetten; bedotten; begrenzen; knoeien; neppen; omlijnen; rotzooien; scharrelen; tillen |
gandulear | aanklooien; klooien; rotzooien | lanterfanten; lijntrekken; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen |
haraganear | aanklooien; klooien; rotzooien | lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen |
holgazanear | aanklooien; klooien; rotzooien | dralen; drentelen; lanterfanten; leeglopen; lijntrekken; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen; talmen; teuten; treuzelen; vrijlopen |