Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. koninklijk:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for koninklijk from Dutch to Spanish

koninklijk:

koninklijk adj

  1. koninklijk (aristocratisch; vorstelijk)
  2. koninklijk (keizerlijk; imperiaal)

Translation Matrix for koninklijk:

NounRelated TranslationsOther Translations
soberano alleenheerser; autoriteiten; gezag; gezaghebbers; gouverneur; heer; heerschap; heerser; jonker; jonkheer; koning; landjonker; landvoogd; machthebber; monarch; overheerser; overweldiger; regent; rijksbestuurder; soeverein; stadhouder; sujet; vent; vorst
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
real aristocratisch; imperiaal; keizerlijk; koninklijk; vorstelijk aanzienlijk; daadwerkelijk; deftig; echte; eerlijk; eigenlijk; feitelijk; fideel; gedistingeerd; in feite; in werkelijkheid; openhartig; oprecht; reëel; rondborstig; royaal; trouwhartig; vooraanstaand; voornaam; vorstelijk; werkelijk; werkelijke
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
real real
ModifierRelated TranslationsOther Translations
aristocrático aristocratisch; koninklijk; vorstelijk aanzienlijk; adelijk; beroemd; chic; deftig; doorluchtig; eerbiedwaardig; elegant; esthetisch; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; hoogverheven; illuster; modieuze verfijning; royaal; sierlijk; smaakvol; statig; stijlvol; verfijnd; verheven; vooraanstaand; voornaam; vorstelijk; waardig
imperial imperiaal; keizerlijk; koninklijk
soberano aristocratisch; koninklijk; vorstelijk aanzienlijk; deftig; gedistingeerd; royaal; soeverein; vooraanstaand; voornaam; vorstelijk

Related Words for "koninklijk":

  • koninklijker, koninklijkere, koninklijkst, koninklijkste, koninklijke

Wiktionary Translations for koninklijk:

koninklijk
adjective
  1. betrekking hebbend op een koning, koningin, aan of bij hem, haar behorend, van hem, haar uitgaand

Cross Translation:
FromToVia
koninklijk real royal — of or relating to a monarch or their family

Related Translations for koninklijk