Dutch
Detailed Translations for laten vallen from Dutch to Spanish
laten vallen:
-
laten vallen (dumpen)
hacer descender; dejar caer; hacer bajar; dejar abajo; dejar descender-
hacer descender verbe
-
dejar caer verbe
-
hacer bajar verbe
-
dejar abajo verbe
-
dejar descender verbe
-
Conjugations for laten vallen:
o.t.t.
- laat vallen
- laat vallen
- laat vallen
- laten vallen
- laten vallen
- laten vallen
o.v.t.
- liet vallen
- liet vallen
- liet vallen
- lieten vallen
- lieten vallen
- lieten vallen
v.t.t.
- heb laten vallen
- hebt laten vallen
- heeft laten vallen
- hebben laten vallen
- hebben laten vallen
- hebben laten vallen
v.v.t.
- had laten vallen
- had laten vallen
- had laten vallen
- hadden laten vallen
- hadden laten vallen
- hadden laten vallen
o.t.t.t.
- zal laten vallen
- zult laten vallen
- zal laten vallen
- zullen laten vallen
- zullen laten vallen
- zullen laten vallen
o.v.t.t.
- zou laten vallen
- zou laten vallen
- zou laten vallen
- zouden laten vallen
- zouden laten vallen
- zouden laten vallen
diversen
- laat vallen!
- laat vallen!
- laten vallen
- vallen latend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for laten vallen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
hacer bajar | laten zakken; neerlaten | |
hacer descender | laten zakken; neerlaten | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
dejar abajo | dumpen; laten vallen | |
dejar caer | dumpen; laten vallen | afzien van rechtsvervolging; seponeren |
dejar descender | dumpen; laten vallen | |
hacer bajar | dumpen; laten vallen | afzetten; laten uitstappen; omlaaghelpen |
hacer descender | dumpen; laten vallen |
Wiktionary Translations for laten vallen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• laten vallen | → dejar caer | ↔ drop — to allow to fall from one's grasp |