Dutch
Detailed Translations for leegstorten from Dutch to Spanish
leegstorten:
-
leegstorten
Conjugations for leegstorten:
o.t.t.
- stort leeg
- stort leeg
- stort leeg
- storten leeg
- storten leeg
- storten leeg
o.v.t.
- stortte leeg
- stortte leeg
- stortte leeg
- stortten leeg
- stortten leeg
- stortten leeg
v.t.t.
- heb leeggestort
- hebt leeggestort
- heeft leeggestort
- hebben leeggestort
- hebben leeggestort
- hebben leeggestort
v.v.t.
- had leeggestort
- had leeggestort
- had leeggestort
- hadden leeggestort
- hadden leeggestort
- hadden leeggestort
o.t.t.t.
- zal leegstorten
- zult leegstorten
- zal leegstorten
- zullen leegstorten
- zullen leegstorten
- zullen leegstorten
o.v.t.t.
- zou leegstorten
- zou leegstorten
- zou leegstorten
- zouden leegstorten
- zouden leegstorten
- zouden leegstorten
en verder
- is leeggestort
- zijn leeggestort
diversen
- stort leeg!
- stort leeg!
- leeggestort
- leegstortend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for leegstorten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
verter | inschenken; leeggieten; uitgieten | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
verter | leegstorten | afdruipen; afscheiden; afvoeren; deponeren; doneren; droppen; druipen; druppelen; druppels laten vallen; druppen; geven; gieten op; gunnen; gunst verlenen; ingieten; lopen; lozen; neerleggen; opgieten; ruimen; schenken; sijpelen; stromen; uitdruppelen; uitscheiden; uitstoten; uitwerpen; vergieten; vloeien |