Dutch
Detailed Translations for leidinggevend from Dutch to Spanish
leidinggevend:
Translation Matrix for leidinggevend:
Noun | Related Translations | Other Translations |
conductor | bestuurder; chauffeur; drijver; elektriciteitsgeleider; geleider; koetsier; rijder; voerman; wagenbestuurder; wagenmenner; warmtegeleider | |
directivo | hoogste man; topman | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
conductor | leidend; leidinggevend | geleidend; stroom doorgevend |
directivo | leidend; leidinggevend |
leidinggeven:
-
leidinggeven (bevel voeren over; leiden; aanvoeren; commanderen)
guiar; llevar; dirigir; conducir; mandar; ordenar; liderar; preceder; presidir; estar en cabeza; dar orden de; encabezar; gobernar; decretar; pilotar; ser primero; ir a la cabeza; ir delante-
guiar verbe
-
llevar verbe
-
dirigir verbe
-
conducir verbe
-
mandar verbe
-
ordenar verbe
-
liderar verbe
-
preceder verbe
-
presidir verbe
-
estar en cabeza verbe
-
dar orden de verbe
-
encabezar verbe
-
gobernar verbe
-
decretar verbe
-
pilotar verbe
-
ser primero verbe
-
ir a la cabeza verbe
-
ir delante verbe
-
Conjugations for leidinggeven:
o.t.t.
- geef leiding
- geeft leiding
- geeft leiding
- geven leiding
- geven leiding
- geven leiding
o.v.t.
- gaf leiding
- gaf leiding
- gaf leiding
- gaven leiding
- gaven leiding
- gaven leiding
v.t.t.
- heb leiding gegeven
- hebt leiding gegeven
- heeft leiding gegeven
- hebben leiding gegeven
- hebben leiding gegeven
- hebben leiding gegeven
v.v.t.
- had leiding gegeven
- had leiding gegeven
- had leiding gegeven
- hadden leiding gegeven
- hadden leiding gegeven
- hadden leiding gegeven
o.t.t.t.
- zal leidinggeven
- zult leidinggeven
- zal leidinggeven
- zullen leidinggeven
- zullen leidinggeven
- zullen leidinggeven
o.v.t.t.
- zou leidinggeven
- zou leidinggeven
- zou leidinggeven
- zouden leidinggeven
- zouden leidinggeven
- zouden leidinggeven
diversen
- geef leiding!
- geeft leiding!
- leiding gegeven
- leidinggevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze