Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate lessenaar

Translate lessenaar from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

lessenaar:
- escritorio; mesa de trabajo; pupitre; banco de trabajo; administración; mesa de escribir; mesa para escribir; mesilla de escribir
Wiktionary:
- lessenaar → pupitre

Dutch

Detailed Translations for lessenaar from Dutch to Spanish

lessenaar:

lessenaar [de ~ (m)] nom

de lessenaar (schrijftafel; bureau; schrijfbureau)
el escritorio; la mesa de trabajo; el pupitre; el banco de trabajo; la administración; la mesa de escribir; la mesa para escribir
- escritorio [el ~] nom
- mesa de trabajo [la ~] nom
- pupitre [el ~] nom
- banco de trabajo [el ~] nom
- administración [la ~] nom
- mesa de escribir [la ~] nom
- mesa para escribir [la ~] nom
de lessenaar (schooltafel)
el pupitre
- pupitre [el ~] nom
de lessenaar (schrijftafeltje)
la mesilla de escribir
- mesilla de escribir [la ~] nom

Translation Matrix for lessenaar:

Noun	Related Translations	Other Translations
administración	bureau; lessenaar; schrijfbureau; schrijftafel	administratie; autoriteiten; beheer; bescherming; bestuur; bewaking; controle; directie; gezag; gouvernement; hoede; intendance; kabinet; land; leiding; natie; openbaar gezag; overheid; regering; rentmeesterschap; rijk; rijksbestuur; staat; toediening; toezicht; zeggenschap; zorg
banco de trabajo	bureau; lessenaar; schrijfbureau; schrijftafel	werkbank; werktafel
escritorio	bureau; lessenaar; schrijfbureau; schrijftafel	bureau; bureaublad; bureaumeubel
mesa de escribir	bureau; lessenaar; schrijfbureau; schrijftafel	werktafel
mesa de trabajo	bureau; lessenaar; schrijfbureau; schrijftafel	werktafel
mesa para escribir	bureau; lessenaar; schrijfbureau; schrijftafel	bureau; bureaumeubel; werktafel
mesilla de escribir	lessenaar; schrijftafeltje
pupitre	bureau; lessenaar; schooltafel; schrijfbureau; schrijftafel

Related Words for "lessenaar":

lessenaars, lessenaartje

Wiktionary Translations for lessenaar:

Cross Translation:

From	To	Via
• lessenaar	→ pupitre	↔ pupitre — meubles\|fr meuble en forme de plan incliner dont on se sert soit pour écrire, soit pour poser des livres ou des cahiers de musique, de manière qu’on pouvoir les lire commodément.