Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. liggen naast:


Dutch

Detailed Translations for liggen naast from Dutch to Spanish

liggen naast:

liggen naast verbe (lig naast, ligt naast, lag naast, lagen naast, naast gelegen)

  1. liggen naast

Conjugations for liggen naast:

o.t.t.
  1. lig naast
  2. ligt naast
  3. ligt naast
  4. liggen naast
  5. liggen naast
  6. liggen naast
o.v.t.
  1. lag naast
  2. lag naast
  3. lag naast
  4. lagen naast
  5. lagen naast
  6. lagen naast
v.t.t.
  1. heb naast gelegen
  2. hebt naast gelegen
  3. heeft naast gelegen
  4. hebben naast gelegen
  5. hebben naast gelegen
  6. hebben naast gelegen
v.v.t.
  1. had naast gelegen
  2. had naast gelegen
  3. had naast gelegen
  4. hadden naast gelegen
  5. hadden naast gelegen
  6. hadden naast gelegen
o.t.t.t.
  1. zal liggen naast
  2. zult liggen naast
  3. zal liggen naast
  4. zullen liggen naast
  5. zullen liggen naast
  6. zullen liggen naast
o.v.t.t.
  1. zou liggen naast
  2. zou liggen naast
  3. zou liggen naast
  4. zouden liggen naast
  5. zouden liggen naast
  6. zouden liggen naast
en verder
  1. ben gelegen naast
  2. bent gelegen naast
  3. is gelegen naast
  4. zijn gelegen naast
  5. zijn gelegen naast
  6. zijn gelegen naast
diversen
  1. lig naast!
  2. ligt naast!
  3. naast gelegen
  4. naast liggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for liggen naast:

VerbRelated TranslationsOther Translations
estar tendido junto a liggen naast
yacer junto a liggen naast

Related Translations for liggen naast