Dutch

Detailed Translations for loei from Dutch to Spanish

loei:


loei form of loeien:

loeien verbe (loei, loeit, loeide, loeiden, geloeid)

  1. loeien
    mugir

Conjugations for loeien:

o.t.t.
  1. loei
  2. loeit
  3. loeit
  4. loeien
  5. loeien
  6. loeien
o.v.t.
  1. loeide
  2. loeide
  3. loeide
  4. loeiden
  5. loeiden
  6. loeiden
v.t.t.
  1. heb geloeid
  2. hebt geloeid
  3. heeft geloeid
  4. hebben geloeid
  5. hebben geloeid
  6. hebben geloeid
v.v.t.
  1. had geloeid
  2. had geloeid
  3. had geloeid
  4. hadden geloeid
  5. hadden geloeid
  6. hadden geloeid
o.t.t.t.
  1. zal loeien
  2. zult loeien
  3. zal loeien
  4. zullen loeien
  5. zullen loeien
  6. zullen loeien
o.v.t.t.
  1. zou loeien
  2. zou loeien
  3. zou loeien
  4. zouden loeien
  5. zouden loeien
  6. zouden loeien
diversen
  1. loei!
  2. loeit!
  3. geloeid
  4. loeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for loeien:

VerbRelated TranslationsOther Translations
mugir loeien

Related Words for "loeien":


Wiktionary Translations for loeien:

loeien
verb
  1. een langgerekt klagend geluid voortbrengen

Cross Translation:
FromToVia
loeien mugir moo — to make a lowing sound
loeien gritar; rebuznar; balar; ladrar crierjeter un ou plusieurs cris.
loeien amonestar; reprender; reprobar; vituperar; reprochar; regañar; amenazar; reñir gronder — Faire entendre un bruit sourd, parler des animaux, du tonnerre ou du vent.
loeien aullar; ulular; rebuznar; balar; gritar; ladrar hurler — Traductions à trier suivant le sens