Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate loopjongens

Translate loopjongens from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

loopjongens:
- ayuda; ayudante; asistente
loopjongen:
- mozo; mensajero

Dutch

Detailed Translations for loopjongens from Dutch to Spanish

loopjongens:

loopjongens [de ~] nom, pluriel

de loopjongens (hulpjes)
el ayuda; el ayudante; el asistente
- ayuda [el ~] nom
- ayudante [el ~] nom
- asistente [el ~] nom

Translation Matrix for loopjongens:

Noun	Related Translations	Other Translations
asistente	hulpjes; loopjongens	arbeider; arbeidskracht; assistent; helper; hulp; kantoorbediende; klerk; medeplichtige; medeverantwoordelijke; medewerker; medewerkster; oppasser; personeelslid; secondant; werkkracht; werknemer
ayuda	hulpjes; loopjongens	assistent; assistentie; bediening; bijstand; dienst; dienstbetoon; dienstverlening; handreiking; helper; hulp; hulpbetoon; hulpje; hulpverlening; kerkviering; knecht; leniging; maatschappelijke hulpverlening; medewerking; mis; ondersteuning; poetsvrouw; schoonmaakster; schoor; schraag; secondant; service; sociale bijstand; steun; support; uitserveren; werkeloosheidsuitkering; werkster
ayudante	hulpjes; loopjongens	arbeider; arbeidskracht; assistent; assistente; bijstand; dienaar; dienstknecht; helper; hulp; hulpje; kantoorbediende; klerk; knecht; maatschappelijke hulpverlening; medeplichtige; medeverantwoordelijke; medewerker; medewerkster; ondersteuning; personeelslid; secondant; steun; werkkracht; werknemer
Not Specified	Related Translations	Other Translations
asistente		genodigde; wizard
ayuda		help; online-Help

Related Words for "loopjongens":

loopjongen

loopjongen:

loopjongen [de ~ (m)] nom

de loopjongen (koerier; boodschappenjongen)
el mozo; el mensajero
- mozo [el ~] nom
- mensajero [el ~] nom

Translation Matrix for loopjongen:

Noun	Related Translations	Other Translations
mensajero	boodschappenjongen; koerier; loopjongen	aankondiger; aanwijzing; besteller; bezorger; bode; boodschapper; brievenbesteller; ijlbode; koerier; postbode; renbode; voorbode; voorloper; voorteken
mozo	boodschappenjongen; koerier; loopjongen	herdersjongen; huisbediende; huisjongen; iemand die stage loopt; jongmaatje; kelner; knechtje; ober; stagiair; tafelbediende

Related Words for "loopjongen":

loopjongens