Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. medewerkster:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for medewerkster from Dutch to Spanish

medewerkster:

medewerkster [de ~ (v)] nom

  1. de medewerkster
    la colaboradora; la miembro del personal; la ayudante; la colega; la asistente; la auxiliar

Translation Matrix for medewerkster:

NounRelated TranslationsOther Translations
asistente medewerkster arbeider; arbeidskracht; assistent; helper; hulp; hulpjes; kantoorbediende; klerk; loopjongens; medeplichtige; medeverantwoordelijke; medewerker; oppasser; personeelslid; secondant; werkkracht; werknemer
auxiliar medewerkster hulpkracht; hulpwerkwoord; kantoorbediende; klerk
ayudante medewerkster arbeider; arbeidskracht; assistent; assistente; bijstand; dienaar; dienstknecht; helper; hulp; hulpje; hulpjes; kantoorbediende; klerk; knecht; loopjongens; maatschappelijke hulpverlening; medeplichtige; medeverantwoordelijke; medewerker; ondersteuning; personeelslid; secondant; steun; werkkracht; werknemer
colaboradora medewerkster arbeider; arbeidskracht; assistent; helper; hulp; klerk; medewerker; personeelslid; secondant; werkkracht; werknemer
colega medewerkster ambtgenoot; arbeider; arbeidskracht; collega; confrater; genoot; gezel; gezellin; hartsvriendin; kameraadje; klerk; maatje; medewerker; partner; personeelslid; vakgenoot; vriendin; werkkracht; werknemer
miembro del personal medewerkster arbeider; arbeidskracht; kaderlid; klerk; medewerker; personeelslid; staflid; werkkracht; werknemer
VerbRelated TranslationsOther Translations
auxiliar assisteren; bijspringen; handreiken; iemand vervangen
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
asistente genodigde; wizard

Related Words for "medewerkster":

  • medewerksters

Wiktionary Translations for medewerkster:


Cross Translation:
FromToVia
medewerkster compañero de trabajo coworker — somebody with whom one works; a companion or workmate