Dutch
Detailed Translations for meedoen from Dutch to Spanish
meedoen:
-
meedoen (deelnemen; participeren)
participar; formar parte de; tomar parte en-
participar verbe
-
formar parte de verbe
-
tomar parte en verbe
-
-
meedoen (meespelen)
participar en el juego; intervenir en; tomar parte en; participar; concurrir; incorporarse-
participar en el juego verbe
-
intervenir en verbe
-
tomar parte en verbe
-
participar verbe
-
concurrir verbe
-
incorporarse verbe
-
Conjugations for meedoen:
o.t.t.
- doe mee
- doet mee
- doet mee
- doen mee
- doen mee
- doen mee
o.v.t.
- deed mee
- deed mee
- deed mee
- deden mee
- deden mee
- deden mee
v.t.t.
- heb meegedaan
- hebt meegedaan
- heeft meegedaan
- hebben meegedaan
- hebben meegedaan
- hebben meegedaan
v.v.t.
- had meegedaan
- had meegedaan
- had meegedaan
- hadden meegedaan
- hadden meegedaan
- hadden meegedaan
o.t.t.t.
- zal meedoen
- zult meedoen
- zal meedoen
- zullen meedoen
- zullen meedoen
- zullen meedoen
o.v.t.t.
- zou meedoen
- zou meedoen
- zou meedoen
- zouden meedoen
- zouden meedoen
- zouden meedoen
diversen
- doe mee!
- doet mee!
- meegedaan
- meedoend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for meedoen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
concurrir | meedoen; meespelen | |
formar parte de | deelnemen; meedoen; participeren | thuishoren |
incorporarse | meedoen; meespelen | bovenkomen; omhoogkomen; overeind komen |
intervenir en | meedoen; meespelen | bemiddelen; bemoeien; ingrijpen; inmengen; interfereren; interrumperen; interveniëren; mengen; tussenbeide komen; tussenkomen |
participar | deelnemen; meedoen; meespelen; participeren | deelnemen; meeleven; meevoelen |
participar en el juego | meedoen; meespelen | figureren |
tomar parte en | deelnemen; meedoen; meespelen; participeren | |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
participar | opt-in |
Related Definitions for "meedoen":
Wiktionary Translations for meedoen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• meedoen | → participar | ↔ participate — to join in, to take part, to involve oneself |