Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- nalatigheid:
- nalatig:
-
Wiktionary:
- nalatigheid → negligencia
- nalatigheid → prescripción negativa, incuria, tardanza, negligencia
- nalatig → negligente
Dutch
Detailed Translations for nalatigheid from Dutch to Spanish
nalatigheid:
Translation Matrix for nalatigheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
descuido | nalatigheid; verzaking; verzuim | achteloosheid; nonchalance; onachtzaamheid; onbezorgdheid; slordigheid; veronachtzaming; verwaarlozing; wanordelijkheid; zorgeloosheid |
negligencia | nalatigheid; verzaking; verzuim | achteloosheid; nonchalance; veronachtzaming; verwaarlozing |
omisión | nalatigheid; verzaking; verzuim | gaping; hiaat |
Related Words for "nalatigheid":
Wiktionary Translations for nalatigheid:
nalatigheid
Cross Translation:
noun
-
een fout doordat er iets nagelaten wordt
- nalatigheid → negligencia
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• nalatigheid | → prescripción negativa; incuria; tardanza | ↔ laches — legal doctrine |
• nalatigheid | → negligencia | ↔ neglect — act of neglecting |
• nalatigheid | → negligencia | ↔ neglect — habitual lack of care |
• nalatigheid | → negligencia | ↔ negligence — failure to exercise a standard of care (law) |
nalatigheid form of nalatig:
-
nalatig
distraído; descuidado; desaliñado; desarreglado; desatento-
distraído adj
-
descuidado adj
-
desaliñado adj
-
desarreglado adj
-
desatento adj
-
Translation Matrix for nalatig:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
desaliñado | nalatig | door elkaar; dooreen; grauw; kliederig; knoeierig; morsig; nonchalant; vaal; vuil |
desarreglado | nalatig | bandeloos; buiten gebruik; chaotisch; defect; door elkaar; dooreen; ongeregeld; onklaar; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; stuk; verwilderd; wanordelijk |
desatento | nalatig | onaandachtig; onaardig; onachtzaam; onattent; onbereidwillig; ongeconcentreerd; ongedienstig; onhartelijk; onhebbelijk; onoplettend; onverdraagzaam; onvriendelijk; onwelwillend |
descuidado | nalatig | armoedig; bandeloos; buiten beheer; flodderig; haveloos; laks; nonchalant; onachtzaam; onbeheerd; ongeregeld; onopgeruimd; onordelijk; ordeloos; pover; rommelig; schamel; sjofel; sjofeltjes; slordig; verlopen; verwilderd; wanordelijk |
distraído | nalatig | absent; afwezig; gedachteloos; nonchalant; onaandachtig; onachtzaam; ongeconcentreerd; onoplettend; verspreid; verstrooid |
Related Words for "nalatig":
Wiktionary Translations for nalatig:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• nalatig | → negligente | ↔ negligent — culpable due to negligence |
• nalatig | → negligente | ↔ negligent — careless |