Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. natekenen:


Dutch

Detailed Translations for natekenen from Dutch to Spanish

natekenen:

natekenen verbe (teken na, tekent na, tekende na, tekenden na, nagetekend)

  1. natekenen
    copiar

Conjugations for natekenen:

o.t.t.
  1. teken na
  2. tekent na
  3. tekent na
  4. tekenen na
  5. tekenen na
  6. tekenen na
o.v.t.
  1. tekende na
  2. tekende na
  3. tekende na
  4. tekenden na
  5. tekenden na
  6. tekenden na
v.t.t.
  1. heb nagetekend
  2. hebt nagetekend
  3. heeft nagetekend
  4. hebben nagetekend
  5. hebben nagetekend
  6. hebben nagetekend
v.v.t.
  1. had nagetekend
  2. had nagetekend
  3. had nagetekend
  4. hadden nagetekend
  5. hadden nagetekend
  6. hadden nagetekend
o.t.t.t.
  1. zal natekenen
  2. zult natekenen
  3. zal natekenen
  4. zullen natekenen
  5. zullen natekenen
  6. zullen natekenen
o.v.t.t.
  1. zou natekenen
  2. zou natekenen
  3. zou natekenen
  4. zouden natekenen
  5. zouden natekenen
  6. zouden natekenen
en verder
  1. ben nagetekend
  2. bent nagetekend
  3. is nagetekend
  4. zijn nagetekend
  5. zijn nagetekend
  6. zijn nagetekend
diversen
  1. teken na!
  2. tekent na!
  3. nagetekend
  4. natekenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for natekenen:

NounRelated TranslationsOther Translations
copiar afkijken; overkalken; overschrijven; overtrekken; spieken
VerbRelated TranslationsOther Translations
copiar natekenen falsificeren; kopie trekken; kopiëren; met pen overtekenen; nabootsen; namaken; naäpen; overschrijven; overtrekken; prenten; vervalsen