Dutch
Detailed Translations for nummer from Dutch to Spanish
nummer:
-
het nummer (numero)
-
het nummer (volgnummer)
-
het nummer
Translation Matrix for nummer:
Noun | Related Translations | Other Translations |
número | numero; nummer | aantal; cijfer; getal; hoeveelheid; kwantiteit; nummerweergave; rangnummer; schoolcijfer |
número de orden | nummer; volgnummer | |
pista | nummer | baan; piste; pokerterm voor straat; renbaan; straat; straatweg; weg; wielerbaan |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
pista de audio | nummer |
Related Words for "nummer":
Related Definitions for "nummer":
Wiktionary Translations for nummer:
nummer
Cross Translation:
noun
-
een aanduiding met een getal
- nummer → número
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• nummer | → número | ↔ number — used to show the rank of something in a list or sequence |
• nummer | → canción | ↔ song — music with words |
• nummer | → ejemplar; fascículo | ↔ Heft — einzelne Nummer einer Zeitschrift |
• nummer | → número | ↔ Nummer — einem (nummerierten) Gegenstand oder einer (nummerierten) Person zugeordnete Zahl, die die Position in einer Reihenfolge ausdrückt (logisch eine Ordnungszahl, sprachlich aber eine Kardinalzahl) |
• nummer | → número | ↔ Nummer — eine künstlerische Darbietung (Musikstück, Zirkusnummer, Sketch und so weiter) als Teil eines Programms |
• nummer | → cifra | ↔ chiffre — symbole utilisé pour écrire les nombres. (Sens général). |
• nummer | → número | ↔ numéro — identifiant alphanumérique ou purement numérique qu’on mettre sur quelque chose et qui servir à la reconnaître. |
nummeren:
Conjugations for nummeren:
o.t.t.
- nummer
- nummert
- nummert
- nummeren
- nummeren
- nummeren
o.v.t.
- nummerde
- nummerde
- nummerde
- nummerden
- nummerden
- nummerden
v.t.t.
- heb genummerd
- hebt genummerd
- heeft genummerd
- hebben genummerd
- hebben genummerd
- hebben genummerd
v.v.t.
- had genummerd
- had genummerd
- had genummerd
- hadden genummerd
- hadden genummerd
- hadden genummerd
o.t.t.t.
- zal nummeren
- zult nummeren
- zal nummeren
- zullen nummeren
- zullen nummeren
- zullen nummeren
o.v.t.t.
- zou nummeren
- zou nummeren
- zou nummeren
- zouden nummeren
- zouden nummeren
- zouden nummeren
diversen
- nummer!
- nummert!
- genummerd
- nummerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for nummeren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
numerar | nummeren | aftellen; geld afpassen; passen |