Home
Dictionaries
Word Fun
About
Feedback
In Nederlands
Home
->
Dictionaries
->
Dutch/Spanish
->Translate onwellevendheid
Translate
onwellevendheid
from Dutch to Spanish
Search
Remove Ads
Summary
Dutch to Spanish:
more detail...
onwellevendheid:
torpeza
;
impertinencia
;
insolencia
;
rudeza
;
descortesía
;
mala educación
Dutch
Detailed Translations for
onwellevendheid
from Dutch to Spanish
onwellevendheid:
onwellevendheid
[
de ~ (v)
]
nom
de onwellevendheid
la
torpeza
;
la
impertinencia
;
la
insolencia
;
la
rudeza
;
la
descortesía
;
la
mala educación
torpeza
[
la ~
]
nom
impertinencia
[
la ~
]
nom
insolencia
[
la ~
]
nom
rudeza
[
la ~
]
nom
descortesía
[
la ~
]
nom
mala educación
[
la ~
]
nom
Translation Matrix for onwellevendheid:
Noun
Related Translations
Other Translations
descortesía
onwellevendheid
grofheid
;
onbehoorlijkheid
;
onbeleefdheid
;
onbeschaafdheid
;
onbeschofte uitlating
;
onbeschroomdheid
;
onbetamelijkheid
;
onfatsoenlijkheid
;
ongemanierdheid
;
ongepastheid
;
onheusheid
;
onhoffelijkheid
;
onwelwillendheid
impertinencia
onwellevendheid
botheid
;
brutaliteit
;
impertinentie
;
inbeelding
;
indiscretie
;
laatdunkendheid
;
lompheid
;
onbeschaafdheid
;
onbeschaamdheid
;
onbeschoftheid
;
onbeschroomdheid
;
ongeliktheid
;
ongemanierdheid
;
onkiesheid
;
onwelgevoegelijkheid
;
schaamteloosheid
;
verwaandheid
;
vrijpostigheid
;
zelfverheffing
insolencia
onwellevendheid
arrogantie
;
boersheid
;
botheid
;
brutaliteit
;
egotisme
;
eigendunk
;
eigenwaan
;
hooghartigheid
;
hoogmoed
;
ijdelheid
;
impertinentie
;
lompheid
;
onbeschaafdheid
;
onbeschaamdheid
;
onbeschoftheid
;
onbeschroomdheid
;
ongeliktheid
;
ongemanierdheid
;
onhoffelijkheid
;
pretentie
;
verwaandheid
;
vrijpostigheid
;
zelfgenoegzaamheid
;
zelfingenomenheid
mala educación
onwellevendheid
grofheid
;
onbehoorlijkheid
;
onbeleefdheid
;
onbeschaafdheid
;
onbeschofte uitlating
;
onbetamelijkheid
;
onfatsoenlijkheid
;
ongemanierdheid
;
ongepastheid
;
onheusheid
;
onwelwillendheid
rudeza
onwellevendheid
boersheid
;
grofheid
;
hardhandigheid
;
onhoffelijkheid
;
ruw van makelij
;
ruwheid
;
schofterigheid
torpeza
onwellevendheid
boersheid
;
gebroddel
;
gehannes
;
geklungel
;
gestuntel
;
harkerigheid
;
houterigheid
;
onbeholpenheid
;
onhandigheid
;
starheid
;
stijfte
Related Words for "onwellevendheid":
onwellevendheden
Remove Ads
Remove Ads