Dutch
Detailed Translations for opendrukken from Dutch to Spanish
opendrukken:
-
opendrukken
Conjugations for opendrukken:
o.t.t.
- druk open
- drukt open
- drukt open
- drukken open
- drukken open
- drukken open
o.v.t.
- drukte open
- drukte open
- drukte open
- drukten open
- drukten open
- drukten open
v.t.t.
- heb opengedrukt
- hebt opengedrukt
- heeft opengedrukt
- hebben opengedrukt
- hebben opengedrukt
- hebben opengedrukt
v.v.t.
- had opengedrukt
- had opengedrukt
- had opengedrukt
- hadden opengedrukt
- hadden opengedrukt
- hadden opengedrukt
o.t.t.t.
- zal opendrukken
- zult opendrukken
- zal opendrukken
- zullen opendrukken
- zullen opendrukken
- zullen opendrukken
o.v.t.t.
- zou opendrukken
- zou opendrukken
- zou opendrukken
- zouden opendrukken
- zouden opendrukken
- zouden opendrukken
en verder
- is opengedrukt
diversen
- druk open!
- drukt open!
- opengedrukt
- opendrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for opendrukken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
empujar | aanstoten; porren | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
empujar | opendrukken | aanduwen; aanjagen; aansporen; aanzetten; aanzwiepen; doordouwen; doorzetten; dringen; duwen; een por geven; iemand van de plaats dringen; indrukken; induwen; motiveren; opdrijven; opduwen; openstoten; opjutten; opzwepen; porren; sterk prikkelen; stoten; verdringen; voortbewegen; voortdrijven; voortduwen; voortjagen; vooruitduwen; wegjagen |