Dutch
Detailed Translations for opgraven from Dutch to Spanish
opgraven:
-
opgraven (graven; scheppen; opdelven)
desarrollarse; convertirse en; desplegar; concebir; desarrollar-
desarrollarse verbe
-
convertirse en verbe
-
desplegar verbe
-
concebir verbe
-
desarrollar verbe
-
Conjugations for opgraven:
o.t.t.
- graaf op
- graaft op
- graaft op
- graven op
- graven op
- graven op
o.v.t.
- groef op
- groef op
- groef op
- groeven op
- groeven op
- groeven op
v.t.t.
- heb opgegraven
- hebt opgegraven
- heeft opgegraven
- hebben opgegraven
- hebben opgegraven
- hebben opgegraven
v.v.t.
- had opgegraven
- had opgegraven
- had opgegraven
- hadden opgegraven
- hadden opgegraven
- hadden opgegraven
o.t.t.t.
- zal opgraven
- zult opgraven
- zal opgraven
- zullen opgraven
- zullen opgraven
- zullen opgraven
o.v.t.t.
- zou opgraven
- zou opgraven
- zou opgraven
- zouden opgraven
- zouden opgraven
- zouden opgraven
en verder
- is opgegraven
- zijn opgegraven
diversen
- graaf op!
- graaft op!
- opgegraven
- opgravend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for opgraven:
Wiktionary Translations for opgraven:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• opgraven | → exhumar | ↔ exhume — To dig out of the ground; to take out of a place of burial; to disinter |
• opgraven | → demoler; derribar; deprimir; abatir; desalentar; agotar; matar; vencer; recorrer; atravesar; calmar; sosegar | ↔ abattre — Traductions à trier suivant le sens |