Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- opvoeren:
- opvaren:
-
Wiktionary:
- opvoeren → actuar, subir, aumentar, incrementar, cantar, danzar, ejecutar, interpretar, montar
Dutch
Detailed Translations for opvoeren from Dutch to Spanish
opvoeren:
Conjugations for opvoeren:
o.t.t.
- voer op
- voert op
- voert op
- voeren op
- voeren op
- voeren op
o.v.t.
- voerde op
- voerde op
- voerde op
- voerden op
- voerden op
- voerden op
v.t.t.
- heb opgevoerd
- hebt opgevoerd
- heeft opgevoerd
- hebben opgevoerd
- hebben opgevoerd
- hebben opgevoerd
v.v.t.
- had opgevoerd
- had opgevoerd
- had opgevoerd
- hadden opgevoerd
- hadden opgevoerd
- hadden opgevoerd
o.t.t.t.
- zal opvoeren
- zult opvoeren
- zal opvoeren
- zullen opvoeren
- zullen opvoeren
- zullen opvoeren
o.v.t.t.
- zou opvoeren
- zou opvoeren
- zou opvoeren
- zouden opvoeren
- zouden opvoeren
- zouden opvoeren
en verder
- is opgevoerd
- zijn opgevoerd
diversen
- voer op!
- voert op!
- opgevoerd
- opvoerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for opvoeren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
aumentar | opvoeren; vergroten | aangroeien; aankaarten; aanknopen; aansnijden; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; bezwaren; de hoogte ingaan; entameren; expanderen; gedijen; gesprek aanknopen; gewicht toevoegen; groeien; groter worden; omhooggaan; openen; opwerpen; opzetten; starten; stijgen; te berde brengen; ter sprake brengen; toenemen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden; verzwaren; zwaarder maken |
aumentar la potencia de un motor | opvoeren; vergroten | |
elevar | opvoeren; vergroten | casseren; heffen; hijsen; hoger maken; lichten; omhoog brengen; omhoog doen; omhoog heffen; omhoogheffen; omhoogvoeren; opheffen; ophijsen; ophogen; optillen; tillen; verhogen |
Wiktionary Translations for opvoeren:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• opvoeren | → actuar | ↔ act — to perform a theatrical role |
• opvoeren | → subir; aumentar; incrementar | ↔ increase — make larger |
• opvoeren | → actuar; cantar; danzar; ejecutar; interpretar | ↔ perform — to do something in front of an audience |
• opvoeren | → montar | ↔ stage — to produce on a stage |
opvoeren form of opvaren:
-
opvaren
Translation Matrix for opvaren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
navegar río arriba | opvaren |