Dutch
Detailed Translations for overbieden from Dutch to Spanish
overbieden:
-
overbieden
superar; sobrepasar; exceder; sobrepujar; hacer una oferta mejor-
superar verbe
-
sobrepasar verbe
-
exceder verbe
-
sobrepujar verbe
-
hacer una oferta mejor verbe
-
Conjugations for overbieden:
o.t.t.
- overbied
- overbiedt
- overbiedt
- overbieden
- overbieden
- overbieden
o.v.t.
- overbood
- overbood
- overbood
- overboden
- overboden
- overboden
v.t.t.
- heb overboden
- hebt overboden
- heeft overboden
- hebben overboden
- hebben overboden
- hebben overboden
v.v.t.
- had overboden
- had overboden
- had overboden
- hadden overboden
- hadden overboden
- hadden overboden
o.t.t.t.
- zal overbieden
- zult overbieden
- zal overbieden
- zullen overbieden
- zullen overbieden
- zullen overbieden
o.v.t.t.
- zou overbieden
- zou overbieden
- zou overbieden
- zouden overbieden
- zouden overbieden
- zouden overbieden
en verder
- ben overboden
- bent overboden
- is overboden
- zijn overboden
- zijn overboden
- zijn overboden
diversen
- overbied!
- overbiedt!
- overboden
- overbiedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for overbieden:
Noun | Related Translations | Other Translations |
superar | overtreffen; voorbijstreven | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
exceder | overbieden | aftroeven; overstijgen; overtreffen; overtroeven |
hacer una oferta mejor | overbieden | overstijgen; overtreffen; voorbijstreven |
sobrepasar | overbieden | afsteken; aftroeven; eruit springen; in het oog lopen; opvallen; overstijgen; overtreffen; overtroeven; overvleugelen; uitspringen; uitsteken; voorbijstreven |
sobrepujar | overbieden | aftroeven; overstijgen; overtreffen; overtroeven; voorbijstreven |
superar | overbieden | ontgroeien; overstijgen; overtreffen; voorbijstreven |