Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. perverteren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for perverteren from Dutch to Spanish

perverteren:

perverteren verbe (perverteer, perverteert, perverteerde, perverteerden, geperverteerd)

  1. perverteren

Conjugations for perverteren:

o.t.t.
  1. perverteer
  2. perverteert
  3. perverteert
  4. perverteren
  5. perverteren
  6. perverteren
o.v.t.
  1. perverteerde
  2. perverteerde
  3. perverteerde
  4. perverteerden
  5. perverteerden
  6. perverteerden
v.t.t.
  1. heb geperverteerd
  2. hebt geperverteerd
  3. heeft geperverteerd
  4. hebben geperverteerd
  5. hebben geperverteerd
  6. hebben geperverteerd
v.v.t.
  1. had geperverteerd
  2. had geperverteerd
  3. had geperverteerd
  4. hadden geperverteerd
  5. hadden geperverteerd
  6. hadden geperverteerd
o.t.t.t.
  1. zal perverteren
  2. zult perverteren
  3. zal perverteren
  4. zullen perverteren
  5. zullen perverteren
  6. zullen perverteren
o.v.t.t.
  1. zou perverteren
  2. zou perverteren
  3. zou perverteren
  4. zouden perverteren
  5. zouden perverteren
  6. zouden perverteren
en verder
  1. ben geperverteerd
  2. bent geperverteerd
  3. is geperverteerd
  4. zijn geperverteerd
  5. zijn geperverteerd
  6. zijn geperverteerd
diversen
  1. perverteer!
  2. perverteert!
  3. geperverteerd
  4. perverterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for perverteren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
pervertir perverteren

Wiktionary Translations for perverteren:

perverteren
verb
  1. iets bederven, slecht maken