Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. plooi:
  2. plooien:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for plooi from Dutch to Spanish

plooi:

plooi [de ~] nom

  1. de plooi (plooiing)
    el pliegue; el plegamiento; la arruga

Translation Matrix for plooi:

NounRelated TranslationsOther Translations
arruga plooi; plooiing ezelsoor; gezichtsrimpel; gleuf; golfje; huidrimpel; kreukel; langwerpige uitholling; lijn; lijntje; opening; rimpel; rimpeling; sleuf; streepje; valse vouw; vore; vouw
plegamiento plooi; plooiing
pliegue plooi; plooiing ezelsoor; plooirug; vouw

Related Words for "plooi":


Wiktionary Translations for plooi:


Cross Translation:
FromToVia
plooi arruga; raya; pliegue crease — mark made by folding
plooi dobladura; doblez; pliegue fold — bend or crease

plooi form of plooien:

plooien verbe (plooi, plooit, plooide, plooiden, geplooid)

  1. plooien
    plegar; doblar; plisar

Conjugations for plooien:

o.t.t.
  1. plooi
  2. plooit
  3. plooit
  4. plooien
  5. plooien
  6. plooien
o.v.t.
  1. plooide
  2. plooide
  3. plooide
  4. plooiden
  5. plooiden
  6. plooiden
v.t.t.
  1. ben geplooid
  2. bent geplooid
  3. is geplooid
  4. zijn geplooid
  5. zijn geplooid
  6. zijn geplooid
v.v.t.
  1. was geplooid
  2. was geplooid
  3. was geplooid
  4. waren geplooid
  5. waren geplooid
  6. waren geplooid
o.t.t.t.
  1. zal plooien
  2. zult plooien
  3. zal plooien
  4. zullen plooien
  5. zullen plooien
  6. zullen plooien
o.v.t.t.
  1. zou plooien
  2. zou plooien
  3. zou plooien
  4. zouden plooien
  5. zouden plooien
  6. zouden plooien
diversen
  1. plooi!
  2. plooit!
  3. geplooid
  4. plooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for plooien:

VerbRelated TranslationsOther Translations
doblar plooien breken; buigen; doen buigen; dubbel vouwen; dubbelvouwen; dubben; kapot gaan; krom buigen; krommen; nasynchroniseren; neerslaan; ombuigen; omknikken; omslaan; omvouwen; onderuithalen; opvouwen; samenvouwen; sneuvelen; stuk gaan; ten dele vouwen; toevouwen; verbuigen; vloeren; vouwen; welven
plegar plooien binnenwaarts vouwen; dubbelvouwen; invouwen; omvouwen; opklappen; opvouwen; ten dele vouwen; toevouwen; vouwen
plisar plooien

Related Words for "plooien":


Wiktionary Translations for plooien:

plooien
verb
  1. iets in losse vouwen opstapelen

Cross Translation:
FromToVia
plooien doblar; curvar bend — to cause to shape into a curve
plooien doblarse bend — to become curved
plooien corrugar corrugate — to fold into parallel folds
plooien plegar fold — make the proper arrangement (in a thin material) by bending
plooien doblar falten — umbiegen und zusammenlegen
plooien doblar; plegar plier — Mettre en double... (sens général)