Dutch
Detailed Translations for rammen from Dutch to Spanish
rammen:
-
rammen (beuken)
golpear; martillar; aporrear; martillear; dar golpes; dar martillazos-
golpear verbe
-
martillar verbe
-
aporrear verbe
-
martillear verbe
-
dar golpes verbe
-
dar martillazos verbe
-
-
rammen (bonken; slaan; hameren)
-
rammen (stompen; hengsten)
Conjugations for rammen:
o.t.t.
- ram
- ramt
- ramt
- rammen
- rammen
- rammen
o.v.t.
- ramde
- ramde
- ramde
- ramden
- ramden
- ramden
v.t.t.
- heb geramd
- hebt geramd
- heeft geramd
- hebben geramd
- hebben geramd
- hebben geramd
v.v.t.
- had geramd
- had geramd
- had geramd
- hadden geramd
- hadden geramd
- hadden geramd
o.t.t.t.
- zal rammen
- zult rammen
- zal rammen
- zullen rammen
- zullen rammen
- zullen rammen
o.v.t.t.
- zou rammen
- zou rammen
- zou rammen
- zouden rammen
- zouden rammen
- zouden rammen
en verder
- ben geramd
- bent geramd
- is geramd
- zijn geramd
- zijn geramd
- zijn geramd
diversen
- ram!
- ramt!
- geramd
- rammend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for rammen:
Related Words for "rammen":
ram:
Translation Matrix for ram:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | Aries | |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
- | harde klap; mannelijk schaap |