Dutch
Detailed Translations for samendrukken from Dutch to Spanish
samendrukken:
-
samendrukken (samenpersen; comprimeren)
comprimir; apretar; concentrarse; prensar; estrujar-
comprimir verbe
-
apretar verbe
-
concentrarse verbe
-
prensar verbe
-
estrujar verbe
-
Conjugations for samendrukken:
o.t.t.
- druk samen
- drukt samen
- drukt samen
- drukken samen
- drukken samen
- drukken samen
o.v.t.
- drukte samen
- drukte samen
- drukte samen
- drukten samen
- drukten samen
- drukten samen
v.t.t.
- heb samengedrukt
- hebt samengedrukt
- heeft samengedrukt
- hebben samengedrukt
- hebben samengedrukt
- hebben samengedrukt
v.v.t.
- had samengedrukt
- had samengedrukt
- had samengedrukt
- hadden samengedrukt
- hadden samengedrukt
- hadden samengedrukt
o.t.t.t.
- zal samendrukken
- zult samendrukken
- zal samendrukken
- zullen samendrukken
- zullen samendrukken
- zullen samendrukken
o.v.t.t.
- zou samendrukken
- zou samendrukken
- zou samendrukken
- zouden samendrukken
- zouden samendrukken
- zouden samendrukken
en verder
- is samengedrukt
- zijn samengedrukt
diversen
- druk samen!
- drukt samen!
- samengedrukt
- samendrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for samendrukken:
Wiktionary Translations for samendrukken:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• samendrukken | → comprimir | ↔ compress — to press together into a smaller space |