Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Translate smiechten

Translate smiechten from Dutch to Spanish

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

smiechten:
- chusmas; gentuzas
smiecht:
- cabrón; bribón; mal bicho; mala bestia; tunante; granuja
Wiktionary:
- smiecht → canalla, bribona, bribón, granuja

Dutch

Detailed Translations for smiechten from Dutch to Spanish

smiechten:

smiechten [de ~] nom, pluriel

de smiechten (schoeljes; onbetrouwbare kerels; achterbakse personen)
la chusmas; la gentuzas
- chusmas [la ~] nom
- gentuzas [la ~] nom

Translation Matrix for smiechten:

Noun	Related Translations	Other Translations
chusmas	achterbakse personen; onbetrouwbare kerels; schoeljes; smiechten
gentuzas	achterbakse personen; onbetrouwbare kerels; schoeljes; smiechten

Related Words for "smiechten":

smiecht

smiechten form of smiecht:

smiecht [de ~ (m)] nom

de smiecht (rotzak; smeerlap; schoft; mispunt; naarling; fielt; stinkerd)
el cabrón; el bribón; el mal bicho; la mala bestia; el tunante
- cabrón [el ~] nom
- bribón [el ~] nom
- mal bicho [el ~] nom
- mala bestia [la ~] nom
- tunante [el ~] nom
de smiecht (fielt; smeerlap; schoelje; smiek; schoft)
el granuja; el tunante
- granuja [el ~] nom
- tunante [el ~] nom

Translation Matrix for smiecht:

Noun	Related Translations	Other Translations
bribón	fielt; mispunt; naarling; rotzak; schoft; smeerlap; smiecht; stinkerd	aartsbedrieger; aartsleugenaar; bandiet; bastaard; boef; boosdoener; booswicht; buitenechtelijk kind; deugniet; doortrapte leugenaar; fielt; galgenbrok; galgentronie; guit; lelijkerd; olijkerd; onverlaat; paljas; picaro; rakker; rekel; schalk; schavuit; schelm; schobbejak; schurk; slechtaard; snaak; snoodaard; spitsboef; stinkerd
cabrón	fielt; mispunt; naarling; rotzak; schoft; smeerlap; smiecht; stinkerd	bedrogen echtgenoot; deugniet; etter; etterbak; guit; hoerenjong; hoorndrager; klootzak; kuttenkop; loeder; oetlul; pleurislijder; pleurislijer; ploert; rakker; schoft; smeerlap; snaak; sodemieter; stinkerd
granuja	fielt; schoelje; schoft; smeerlap; smiecht; smiek	bandiet; bengel; boef; boefje; boerenkinkel; boosdoener; booswicht; deugniet; eikel; fielt; heikneuter; hond; hork; hufter; jongens; kinkel; klootzak; kwajongen; lomperd; lul; oetlul; ondeugd; onverlaat; picaro; proleet; rakkers; rekel; schavuit; schelm; schobbejak; schoelje; schoft; schurk; slechtaard; smeerlap; snoodaard; sodemieter; stouterd; vlegel
mal bicho	fielt; mispunt; naarling; rotzak; schoft; smeerlap; smiecht; stinkerd	deugniet; galbak; guit; rakker; snaak; stinkerd
mala bestia	fielt; mispunt; naarling; rotzak; schoft; smeerlap; smiecht; stinkerd	deugniet; galbak; guit; kreng; loeder; rakker; snaak; stinkerd; vals wicht
tunante	fielt; mispunt; naarling; rotzak; schoelje; schoft; smeerlap; smiecht; smiek; stinkerd	bengel; blaag; boef; boefje; deugniet; fielt; jongens; kwajongen; lelijkerd; ondeugd; rakkers; rekel; schavuit; schelm; schobbejak; schurk; stouterd; vlegel

Related Words for "smiecht":

smiechten

Wiktionary Translations for smiecht:

Cross Translation:

From	To	Via
• smiecht	→ canalla; bribona; bribón; granuja	↔ Halunke — (abwertend)

External Machine Translations: